„Nu echte keuzes maken in aanpak Griekenland”
AMSTERDAM (ANP) – Europese politici moeten eindelijk een echte keuze maken in de aanpak van Griekenland: het land moet nog vele jaren met extra noodleningen en schuldverlichting worden ondersteund of de stekker moet uit de hele hulpoperatie worden getrokken. Die conclusie trekt hoogleraar financiële economie Sylvester Eijffinger nu de Griekse regering weer in gesprek is met haar internationale geldschieters over een volgend deel van de beloofde noodleningen.
„Griekenland kampt met enorme structurele problemen. Het duurt zeker tien jaar voordat die zijn opgelost”, stelt Eijffinger. „Er is dus zeker een derde hulppakket nodig en misschien nog wel een vierde en een vijfde. Als men daar om politieke redenen niet aan wil, dan moet het verlies nu worden genomen. Voordat de rekening nog verder oploopt.”
De Griekse regeringspartijen stemden vorige week in met een pakket bezuinigingen en belastingverhogingen van 13,5 miljard euro. Dat moet ervoor zorgen dat de EU, het IMF en de ECB (de trojka) instemmen met de uitkering van nog eens 31,5 miljard aan nieuwe noodkredieten. Daarnaast wil de Griekse regering twee jaar extra krijgen om de beloofde bezuinigingen door te voeren.
Maar daarmee komt het land er niet, denkt Eijffinger. „Daarvoor zijn de problemen te groot. Er zit geen schot in de hervorming van de economie, de belastinginning is nog altijd bijzonder slecht en de kapitaalvlucht uit het land heeft idiote vormen aangenomen. De rijken hebben hun centjes allang naar het buitenland gebracht en laten de anderen voor de rekening opdraaien. Dat verklaart ook de enorme onrust in het land.”
Het is daarom tijd voor een harde keuze. „Of we accepteren dat het nog zeker tien jaar duurt voordat de situatie verbetert of we laten het doek nu vallen. Maar dat verhaal vertellen politici niet.”
Beide keuzes kosten geld. Als Europa besluit Griekenland te blijven steunen, dan moeten overheden en de Europese Centrale Bank een groot deel van hun vorderingen op de Grieken wegstrepen zodat het land uitzicht krijgt op een houdbare schuldenlast. Wordt de hulp stopgezet dan ziet men dat geld evenmin terug. Voor Nederland zou dat gaan om 5 tot 6 procent van het totale hulppakket aan Griekenland, wat neerkomt op 10 tot 15 miljard euro.
De keuze ligt in de handen van de Europese regeringsleiders, benadrukt de Tilburgse hoogleraar. „Zij kunnen hun verantwoordelijkheid niet langer ontlopen. De trojka zal weer met een halfslachtig rapport komen waar je alle kanten mee op kunt.”