Anderhalve week geleden maakte de politie de huizen van meer dan 250 arme bewoners van Wazir Akbar, de duurste wijk van Kabul, met de grond gelijk, met inboedel en al. Afgelopen donderdag beschuldigde Miloon Kothari, huisvestingsexpert van de Verenigde Naties, de Afghaanse autoriteiten ervan hiermee de mensenrechten te hebben geschonden. Volgens hem zijn de huizen gesloopt ten behoeve van „rijke regeringsvertegenwoordigers met de juiste contacten.” Hij zei dat veel families al meer dan dertig jaar in de huizen woonden.

Kothari pleitte voor het ontslag van de betrokken ministers. De onafhankelijke Afghaanse mensenrechtencommissie gaf zaterdag de namen vrij van meer dan dertig regeringsvertegenwoordigers die achter de sloop van de huizen zouden zitten. Onder hen zijn de ministers van Defensie, Onderwijs, Nutsvoorzieningen en Stedelijke Aangelegenheden.

Sinds juni dit jaar heeft de commissie 634 schendingen van de mensenrechten geregistreerd, waaronder verkrachting, lynchen, gevangenhouding in strijd met de wet en illegale toe-eigening en vernieling van openbaar en privé-bezit.

Onderwijsminister Yunus Qanooni en de president-directeur van de Centrale Bank, Anwar-ul-Haq Ahady, erkenden dat zij grond hebben gekregen, maar ontkenden nadrukkelijk dat zij onethisch hebben gehandeld. Zij zeggen dat de grond eigendom is van het ministerie van Defensie en wettig is verdeeld.

De VN-vredesmacht in Afghanistan, ISAF, maakte zondag bekend dat in Kabul op 11 september vijf raketten zijn afgeschoten die de ISAF tot doelwit hadden. Volgens ISAF-woordvoerder Manfred Wittig is het geen toeval dat de aanvallen op 11 september, twee jaar na de aanslagen in de Verenigde Staten, zijn uitgevoerd. Waarschijnlijk zitten leden van de Taliban of al-Qaida erachter, zei hij. Een Canadees raakte licht gewond.

Het Amerikaanse leger meldde zaterdag dat het sinds 20 juli in het zuidoosten van Afghanistan ruim dertig ton explosieven en munitie in beslag heeft genomen.