Buitenland

Moord op Lindh legt onvrede over politiek bloot

Het broeit fors onder de op het eerste gezicht rimpelloze oppervlakte van de Zweedse politieke consensus. Dat zegt een aantal waarnemers in reactie op de moord op minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh. Ook het nee tegen de euro bij het referendum van zondag wordt door de commentatoren geduid als een teken van onderhuidse onvrede.

Van onze correspondent
15 September 2003 09:50Gewijzigd op 14 November 2020 00:33

De Zweedse politie tast weliswaar nog volledig in het duister omtrent de motieven die tot deze aanslag hebben geleid, maar als men waarnemers mag geloven, lijdt het welhaast geen twijfel meer dat deze is gepleegd door een politieke extremist. Het extremisme is normaal gesproken een nauwelijks zichtbaar verschijnsel. Toch is het er wel, en tiert het weliger naarmate de politieke elite het meer met elkaar eens is. Dat schept volgens analisten de voedingsbodem voor een aanslag als die op Lindh en eerder -in 1986- die op premier Olof Palme.

Dit zijn niet de enige aanslagen in Zweden geweest. Eind jaren ’90 werd een linkse vakbondsman geliquideerd en werden er nogal wat ernstige geweldsdelicten gepleegd tegen allochtonen. Neonazi’s zijn in Zweden relatief sterk aanwezig en gaan op internet hard te keer tegen het politieke establishment. Zelfs de moord op Lindh wordt hier onverbloemd toegejuicht, terwijl de rest van de natie in diepe rouw verkeert.

Een van de geleerden die zich hierover niet verbaast, is de hoogleraar sociale antropologie Jonathan Friedman van de universiteit van het Zuid-Zweedse Lund. Friedman is van huis uit Amerikaan en meent het als observator daarom wat nauwkeuriger te zien dan de Zweden zelf. „Vandaag zit Zweden aan de top als het gaat om gewelddadige criminaliteit. De woede in de Zweedse samenleving is groot. Er heeft een polarisering plaatsgevonden. Veel werknemers hebben gewoon het gevoel dat men zich in de politiek niets meer van hen aantrekt”, aldus deze Amerikaanse professor.

Hij ziet in dit opzicht een duidelijke overeenkomst met Nederland, waar vorig jaar Pim Fortuyn het slachtoffer werd van een aanslag. „Het is niet alleen een Zweeds, maar een Europees probleem.”

Simpel gezegd komt het er dus op neer dat de gevestigde politici te ver van de bevolking afstaan en niet als spreekbuis fungeren. Friedman’s collega geschiedenis Kim Salomon van dezelfde universiteit vindt dat ook. „De consensuscultuur betekent dat in Zweden veel niet hardop kan worden gezegd, omdat het niet onder datgene valt wat als politiek acceptabel wordt gezien. Toch zijn heel wat Zweden niet blij met allochtonen en hoe moeten die dan uiting geven aan hun opvatting? In zo’n klimaat ontstaan subculturen en ontwikkelen zich extreme houdingen. Deze mensen zijn zogezegd in oorlog met de gevestigde samenleving.”

Håkan Arvidsson, ook een hoogleraar geschiedenis, maar dan aan de universiteit van het Deense Roskilde, vindt het tekenend dat een nieuwe politieke partij (de Nationale Democraten) die het immigratievraagstuk bij de jongste parlementsverkiezingen bespreekbaar wilde maken, totaal werd doodgezwegen. Niet alleen door de gevestigde partijen, maar ook door de media, die zelfs weigerden advertenties op te nemen van de door hen als racistisch bestempelde groepering. In werkelijkheid zaten de Nationale Democraten eerder op de lijn waarop ook Pim Fortuyn zat.

Ook de voor de euro negatieve uitslag die zondag bij het referendum uit de bus rolde, wordt gezien als een uiting van onvrede van de massa aan het adres van de politieke elite. Commentator Henrik Brors in de gerenommeerde krant Dagens Nyheter: „Er heeft zich een nieuwe partij gevormd voor deze volksstemming: een ongeorganiseerde anti-establishmentpartij zonder leiding, die alleen bij elkaar wordt gehouden door het wantrouwen van de kiezers tegenover beloftes van politici.” De stille hoop bij de voorstanders dat zich een ’Lindh-effect’ zou voordoen waardoor het op grond van de peilingen verwachte nee uiteindelijk toch nog een ja zou worden, werd door deze uitslag grondig verijdeld. Duidelijk is volgens Brors dat het politieke establishment met een nijpend probleem zit. Er zal hard aan een oplossing moeten worden gewerkt.

Niettemin is het op dit moment nog verre van zeker of de moord op Lindh ook maar iets te maken heeft met het door de critici als ongezond bestempelde democratische klimaat. De dader kan ook een psychisch gestoord persoon zijn geweest. Door bezuinigingen op de psychiatrische zorg is het aantal patiënten dat in een vroeg stadium aan hun lot wordt overgelaten, enorm toegenomen. Dat is met name te zien aan de vele daklozen in het centrum van Stockholm en in de overige grote steden.

De met de opsporing belaste veiligheidspolitie (Säpo) heeft nu al buitengewoon heftige kritiek te verduren gekregen, omdat er nog nauwelijks of geen vorderingen zijn gemaakt. En ook omdat de Säpo geen enkel signaal heeft opgevangen dat de zich tijdens de campagne scherp profilerende politicus in gevaar verkeerde. De vrees dat deze aanslag evenals de moord op Palme nooit wordt opgelost, neemt met de dag toe.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer