Vaatstra werd op 1 mei 1999 dood en verkracht in een weiland bij Veenklooster gevonden.

Voor zaterdag waren in totaal 3300 mannen opgeroepen. Degenen die niet zijn geweest, hebben daar de komende twee weken nog de tijd voor. Komen zij niet opdagen, dan krijgen ze bezoek van de instanties thuis.

Volgens het OM is alles zaterdag goed verlopen. „We merken dat veel mannen met veel enthousiasme naar de afnamepunten komen”, aldus een woordvoerder van het OM.

Een van de locaties waar het DNA wordt afgenomen, de Sikkemahal in Zwaagwesteinde, ligt pal naast de voetbalvelden van de lokale voetbalclub. „Mijn zoontje was klaar met voetballen dus toen ben ik meteen maar even langsgegaan”, zegt Johannes Kloosterman (44). Hij heeft geen enkel moment getwijfeld om mee te doen. „Ze zouden bij iedereen het DNA vanaf de geboorte moeten afnemen, dan hadden we deze ellende niet gehad”, aldus Kloosterman.

Ook de vader van Marianne, Bauke Vaatstra, kwam zijn DNA afstaan. „Ik ben zo blij als ik hoor hoeveel mensen er vandaag zijn gekomen”, aldus Vaatstra. De vader van het slachtoffer vindt het niet raar om ook te worden gevraagd voor het onderzoek. „Ik behoor ook tot de groep mannen en ik weet niet wat voor types er allemaal verre familie van mij zijn, daarom ben ik hier.” Vaatstra heeft veel vertrouwen in het onderzoek. „Ik hoop dat ze hem pakken, maar het liefst pak ik het beest zelf.”

Politie en justitie hopen met het DNA-onderzoek 13 jaar na de moord op Marianne Vaatstra een familielid van de dader op het spoor te komen. Medewerking aan het onderzoek is op vrijwillige basis.

Het gaat om alle mannen die op 1 mei 1999, tussen de 16 en 60 jaar waren en op maximaal 5 kilometer afstand woonden. Er zijn in totaal 8080 mannen aangeschreven. Zij kunnen terecht op 7 locaties in de omgeving van Veenklooster. Ook zijn er nog eens 4 plekken in Groningen, Dokkum, Leeuwarden en Drachten waar het wangslijm kan worden afgenomen.

Het OM heeft 2 weken uitgetrokken voor de afname van het wangslijm. Het DNA wordt de daaropvolgende maanden door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) bestudeerd en vergeleken met het genetisch materiaal van de moordenaar van Marianne, dat op haar lichaam en een aansteker is gevonden. Het NFI verwacht minstens 5 maanden nodig te hebben.