Jan Siebelink sr. las en herlas talloze oudvaders
AMSTERDAM – De vader van schrijver Jan Siebelink las en herlas vele oudvaders. Dat blijkt uit het boek ”Gekweekte regels” van Marijntje Gerling, dat vrijdag in Amsterdam werd gepresenteerd.
Jan Siebelink brak in 2005 door als schrijver met zijn roman ”Knielen op een bed violen”. De hoofdpersoon is gemodelleerd naar zijn vader, die na een mystieke ervaring het gezelschap zocht van de paauweaanse oefenaars. Jan Siebelink sr. (1906-1971) ging preken van oudvaders lezen en kwam niet meer in de hervormde kerk. Hij ging zo op in zijn religieuze zoektocht dat zijn werk op de kwekerij en zijn gezin eronder te lijden hadden.
Gerling kwam tijdens haar promotieonderzoek in contact met de schrijver. Ze werkt aan een studie waarin ze de relatie tussen moderne Nederlandstalige literatuur en religie bestudeert. „Toen ik Siebelink voor het eerst ontmoette, had hij tot mijn verrassing enkele religieuze boeken van zijn vader bij zich die hij tijdens het schrijven van ”Knielen” had gebruikt”, vertelde Gerling bij de presentatie van haar boek.
Het waren bijzondere werken, zo liet ze aan de hand van afbeeldingen zien. „Siebelink sr. onderstreepte passages die voor hem cruciaal waren. Soms bracht hij ook correcties aan. Als er onverhoopt ”Heer” stond, veranderde hij dat in ”Heere”. Daarnaast zaten er tussen de bladzijden af en toe opmerkelijke dingen, zoals een gedroogde bloem of een stuk van een belastingformulier. In de kantlijn noteerde hij ook wel belangrijke data uit de familie- en vriendenkring.” Uit data die Siebelink sr. bij aangestreepte passages noteerde, blijkt dat hij de boeken las en herlas.
In ”Gekweekte regels” (uitg. Brandaan, Barneveld) gaat Gerling na waar de religieuze citaten die Jan Siebelink in zijn roman ”Knielen” veelvuldig gebruikt, precies vandaan komen. „De oude boeken van Siebelink sr. hebben een echo in ”Knielen” en blijken een belangrijke rol bij de dramatische ontwikkeling van het verhaal te spelen”, aldus Gerling. In de roman zijn verwijzingen te vinden naar onder anderen Thomas a Kempis, Van Lodenstein, Groenewegen, Smijtegelt, Ralph Erskine en uiteraard Jan Pieter Paauwe. Gerling plaatst de in de roman aangehaalde stichtelijke woorden in hun context.
Gerling laat zien dat Siebelink sr. begerig was naar meer kennis omtrent het geloof. Zij duidt dat positief. „Tegelijkertijd is dit proces een worsteling die ook zeer negatieve kanten heeft. Het loopt uit op een bijna monomane obsessie die beschadigt en ontregelt.” Ook waar oudvaders blijmoedig van toon zijn, blijft Siebelink sr. somber over zijn geestelijke staat.
Jan Siebelink gaf bij de presentatie aan diep geroerd te zijn door het boek van Gerling. Hij vertelde dat hij juist deze week tussen een stapeltje nog te innen facturen van zijn vader een briefje aantrof waarop stond: „Leeg en ontdaan van al het geschapene betekent vol zijn van God.” „Dat was waar het voor mijn vader om draaide. Een van de oudvaders die hij las was in letterlijke zin ontbonden, de bladzijden waren losgeraakt van de kaft. Zo wilde hij ook ontbonden zijn, los van al het aardse.”
Dat ging ten koste van de aandacht voor zijn kwekerij, zijn vrouw, zijn gezin. Siebelink wilde er vrijdag slechts dit van zeggen: „Ik ben altijd op zoek geweest naar andere vaders in mijn bestaan.”
Op de vraag of zijn vader een dienst is bewezen door hem op deze manier uit de anonimiteit te halen, zegt hij bedachtzaam: „Ik denk dan mijn vader ”Gekweekte regels” meer had kunnen waarderen dan mijn roman ”Knielen op een bed violen”.”