Boek over kerkverandering in Groningen
GRONINGEN – Predikanten bevinden zich in een kwetsbare positie, aldus historicus dr. Jonn van Zuthem, die onderzoek deed naar kerkelijke verhoudingen in Groningen. Dat was vroeger zo en nu nog steeds. „Ik hoor bijvoorbeeld van veel mensen dat ze de preek vaak maar middelmatig vinden.”
In Groningen had vrijdagmiddag het minisymposium ”Kerk en theologie in een links gewest” plaats. De bijeenkomst was georganiseerd naar aanleiding van de verschijning van het boek ”Harde grond. Kerkelijke verhoudingen in Groningen, 1813-1945”, geschreven door dr. Van Zuthem.
Dr. Van Zuthem gaf een toelichting op zijn boek, dat gaat over de verschuivingen in het Groningse kerkelijke landschap in de periode van het begin van het Koninkrijk der Nederlanden tot en met het einde van de Tweede Wereldoorlog. De auteur heeft op basis van een groot aantal statistische gegevens en een aantal specifieke studies geprobeerd de kerkverlating en de kerkelijke verschuivingen in de provincie Groningen in kaart te brengen.
Drie wetenschappers kregen de gelegenheid om te reageren op de inhoud van het boek. Prof. dr. J. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), sprak zijn waardering uit voor het boek. Toch plaatste hij ook een aantal kritische kanttekeningen. Zo stelde prof. Hoek vragen bij het rechtstreekse verband dat werd gelegd tussen het traktement dat een predikant in een bepaalde gemeente ontving en het aanblijven in diezelfde gemeente. „Roeping zal toch ook een rol van betekenis hebben gespeeld?”
Verder bekritiseerde de bijzonder hoogleraar het gebruik van stereotypen ten aanzien van bevindelijk gereformeerden, bijvoorbeeld wanneer het gaat over het godsbeeld en het gebruik van de tucht.
Drs. Otto Knottnerus, historisch socioloog en historicus, stelde dat er veel misverstanden zijn over ontkerkelijking. „Het is te gemakkelijk om te stellen dat de ontkerkelijking door de vrijzinnigheid kwam.” Hij merkte op dat de tegenstelling tussen geloof en politiek in de Nederlandse religieuze geschiedenis ook een rol speelt in de ontkerkelijking.
Volgens dr. Gert J. van Klinken, universitair docent kerkgeschiedenis aan de Protestantse Theologische Universiteit, moeten vrijzinnigen „hun verlies” nemen wanneer de statistieken ontkerkelijking bij vrijzinnigen laten zien.
Toch is er volgens hem sprake van een „vrijzinnig tegoed”, wanneer wordt gezocht naar de synthese tussen wat er op de preekstoel wordt verteld en de stand van zaken in de wetenschap.