Slecht toezicht Rotterdam op schoolbestuur
ROTTERDAM (ANP) – Het toezicht van de gemeente bij de stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR) moet beter. Toch dient het openbaar onderwijs in de havenstad vooral zelfstandig te blijven.
Dat adviseert PvdA-coryfee Job Cohen aan de gemeente Rotterdam als voorzitter van de commissie Governance Openbaar Onderwijs. Die deed afgelopen zomer onderzoek naar de in opspraak geraakte scholenkoepel, waaronder 85 scholen in het basis- en voortgezet onderwijs vallen.
Het bestuur raakte eerder dit jaar in een corruptieschandaal verwikkeld. Justitie doet daar onderzoek naar. Verscheidene mensen zijn aangehouden op verdenking van omkoping en corruptie. De stichting deed zelf ook aangifte bij de officier van justitie tegen drie mensen. Zij zouden zich schuldig hebben gemaakt aan corruptie, oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen.
Cohen stelt in zijn rapport dat de wijze van toezicht op het onderwijsbestuur vanuit de gemeente afgelopen jaren niet goed was. Door de verzelfstandiging hebben gemeente en BOOR te veel afstand van elkaar genomen. Om dat toezicht te verbeteren, hoeft het huidige bestuursmodel niet op de schop, stelt Cohen. Wel vindt hij dat het dossier BOOR bij de onderwijswethouder moet worden ondergebracht en niet bij de wethouder financiën, omdat het anders meer als een bedrijfsonderdeel zou worden gezien.
Ook het opsplitsen van BOOR, met 4000 personeelsleden en 85 scholen, zou volgens de oud-PvdA-leider geen winst opleveren. De commissie vond geen aanwijzingen dat de grootschaligheid van BOOR tot problemen leidt. „Van veel groter belang is dat op korte termijn de financiële administratie bij de stichting op orde komt”, aldus de commissie.
De belangrijkste reden dat het openbaar onderwijs zelfstandig moet blijven, is omdat op die manier het openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs een gelijkwaardige positie hebben ten opzichte van de gemeente.