„Pastoraat rond kerksluiting nodig”
UTRECHT – Op het moment dat duidelijk is dat een kerkgebouw gesloten moet worden, is pastorale begeleiding van de gemeenteleden van groot belang, aldus drs. Jac. van Oppen. „Te snel gaan we voorbij aan de gevoelens van de mensen die het aangaat.”
Van Oppen, pastoraal medewerker van het bidsom Den Bosch en betrokken bij kerksluitingen, zei dit gisteren tijdens het symposium ”Tegen sluitingstijd”. De bijeenkomst in de Gertrudiskapel in Utrecht, een voormalige rooms-katholieke schuilkerk, was georganiseerd door LUCE/Centrum voor religieuze communicatie, onderdeel van de faculteit katholieke theologie van Tilburg University.
„Het is verleidelijk om de aandacht alleen op de cijfers te richten”, stelde Van Oppen vast. Bij een kerksluiting is de pastorale zorg echter heel belangrijk. „De zaken moeten niet te snel geregeld worden. De mensen moeten het rouwproces rond het verlaten van hun kerk kunnen beleven. Ze hebben daarvoor begeleiding nodig, waarbij men ook naar de toekomst dient te kijken.”
De pastoraal medewerker rekende voor hoe hard het gegaan is met de terugloop van het aantal kerkgangers in het bisdom Den Bosch. Hij schat dat het aantal kerkgangers in 2010 nog een derde bedroeg van het aantal in 1990, terwijl dat toen weer een derde was van het aantal in 1970. Het komt erop neer dat het aantal kerkgangers in het bisdom nog maar ruim 10 procent van dat in 1970 bedraagt, en dan zijn het ook nog voornamelijk ouderen. Kerksluiting is aan de orde van de dag.
Wat gebeurt er met een kerk na verkoop? Op onder meer die vraag ging mr. Jaap Broekhuizen, secretaris van de commissie kerkelijke gebouwen van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken, in. Kerkelijke gemeenten hopen dat het gebouw in gebruik blijft voor de eredienst, constateerde hij. De op een na beste mogelijkheid is volgens hem de vestiging van een non-profitinstelling met een gemeenschapsfunctie, zoals een gezondheidscentrum of een bibliotheek. Daarna volgt een culturele of publieke functie (museum, concertruimte). Vestiging van woonruimte of kantoren is bedenkelijk als het karakter van de kerk daardoor verdwijnt. Situering van een winkel, een disco of een partycentrum in een voormalige kerk vindt Broekhuizen niet passen.
De laatste mogelijkheid, sloop, kan bij niet-monumentale kerkgebouwen geld opbrengen, zei hij. Maar zelfs bij monumentale gebouwen is sloop mogelijk. Zo is onlangs een sloopvergunning afgegeven voor het Sankt Ludwigklooster in Vlodrop. „Sloop van monumentale gebouwen is blijkbaar minder een taboe dan het leek.”