Opinie

Commentaar: CDA en leiderschap

Nu het stof van de verkiezingen is neergedaald, zijn verliezende politieke partijen druk bezig met het likken van de wonden, het CDA voorop. De partij stelde dinsdag een commissie in die het verlies gaat onderzoeken.

27 September 2012 11:55Gewijzigd op 14 November 2020 23:24
Buma. Foto ANP
Buma. Foto ANP

Het CDA heeft alle reden om zo’n onderzoek te doen. Bij de verkiezingen van 2010 verloor de partij twintig zetels en nu acht. Wat zit daar achter en wat is eraan te doen?

Wat opvalt is dat ontzuiling en secularisering sinds de jaren zestig neerslaan in de politiek. Dat proces gaat nog steeds door. Sinds de eeuwwisseling schuiven er tientallen zetels van de ene partij naar de andere.

Het tweede opvallende is dat het postmoderne levensgevoel bij kiezers meer en meer doorslaggevend is in het stemhokje. Dan gaat het minder om de inhoud, maar om het gevoel dat kiezers hebben bij een lijsttrekker. Komt hij goed over? Is hij te vertrouwen? Heeft hij een vlotte babbel?

Welke lessen kan het CDA uit deze twee constateringen trekken? De eerste is dat het ideologisch profiel wel belangrijk is, maar voor een grote doorbraak niet doorslaggevend. Als het CDA zich weer zou gaan presenteren als een ouderwetse christelijke partij, zou de partij niet veel zetels extra halen. Het feit dat een bleker christelijk profiel níét leidde tot groei van ChristenUnie en SGP is daarvoor een belangrijk bewijs.

Het tweede is dat de persoon van de lijsttrekker belangrijk is. De Hollandse rooms-katholiek Lubbers kreeg in 1986 en 1989 vertrouwen van het brede politieke midden én van het protestantse noorden en het roomse zuiden.

Zijn opvolger, Brinkman, kreeg dat vertrouwen niet en het CDA verloor in 1994 twintig zetels. Dat vond zelfs Lubbers, die in 1994 zelf niet eens op deze CDA-kroonprins stemde. Balkenende was in 2002, 2003 en 2006 het baken waar mensen rust vonden, hoewel dat al minder in zijn persoon zat, maar meer in de roerige tijd na de moord op Fortuyn. Balkenende kon de winst in 2010 niet vasthouden. Mensen waren op hem uitgekeken. Een teken van de tijd, overigens.

Het CDA had in 2010 mogelijk wel kunnen winnen als Balkenende was teruggetreden en er een leider was gekomen met een jeugdig imago en vlotte babbel die het vertrouwen zou hebben van kiezers beneden en boven de grote rivieren. De van oorsprong roomse en Limburgse minister van Verkeer en Waterstaat, Eurlings, werd daarvoor gepolst. Hij koos echter voor de politieke luwte, zijn vriendin en een baan in het bedrijfsleven.

Als het CDA wil doorbreken, staat het voor de moeilijke taak om een goede leider te vinden. Buma is nu de man, maar of hij het is, moet worden afgewacht. Een leider moet ook de kans krijgen om in zijn rol te groeien. Dat het snel kan gaan in de politiek, bewees PvdA-lijsttrekker Samsom. Toen hij aantrad stond de partij er slecht voor, maar de sociaaldemocraat wist de juiste toon te treffen en babbelde zich handig omhoog in de peilingen.

In dit postmodern klimaat in de politiek, waarin personen én het gevoel van kiezers doorslaggevend zijn, gedijen degenen die christelijke waarden en normen hoog willen houden, niet echt. Maar deze cultuur is –helaas– wel een feit.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer