„Kerk Congo kan grote rol spelen in strijd tegen seksueel geweld”
Vrouwen zijn in Congo nog altijd uiterst kwetsbaar voor seksueel misbruik. De kerken in het land proberen met Bijbelse lessen over de verhouding tussen man en vrouw de strijd aan te binden tegen de wijdverbreide prakijken.
Ver komen ze niet, de oudere man en vrouw die begin augustus in Oost-Congo op de vlucht zijn. De rebellengroep M23 is hun dorp Runyoni binnengevallen en heeft het gezag daar overgenomen. Het stel is daarom op weg naar een gebied dat onder het gezag van het Congolese regeringsleger staat.
M23-rebellen houden het echtpaar echter tegen, grijpen de vrouw en rukken haar de kleren van het lijf. Als de man zijn echtgenote wil beschermen, slaan militieleden de 60-jarige man met hun geweren in elkaar, terwijl anderen zijn vrouw verkrachten. De man verliest daarop zijn bewustzijn. Hij wordt in het ziekenhuis opgenomen, maar overlijdt twee weken later aan zijn verwondingen.
Het is een van de getuigenissen die de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) onlangs optekende tijdens een onderzoek naar de praktijken van M23 in Congo. HRW registreerde 46 verkrachtingen door de rebellengroep in de maanden juni, juli en augustus. Onder de slachtoffers waren meisjes van slechts 12 jaar oud.
Moïse Kambere Kayitambya kent de verhalen maar al te goed. Hij is directeur van de mensenrechtenorganisatie Gadhop in de Oost-Congolese provincie Noord-Kivu en was vorige week op uitnodiging van de organisatie Justitia et Pax in Nederland. „Verkrachting is een groot kwaad in Congo”, zegt hij op het kantoor van de organisatie in Den Haag. „Alle milities, maar ook het regeringsleger, maken zich er schuldig aan.”
„Seksueel geweld is deel van de oorlogvoering in Congo”, verzucht hij. „Het gaat de soldaten puur om de vernedering.” De ratio is simpel: in de Congolese cultuur behoort de vrouw tot de man. Dus als rebellen de man diep willen vernederen, verkrachten ze zijn vrouw of dochter.
Rechteloosheid
Inmiddels zijn het echter niet meer enkel soldaten en rebellen die zich aan verkrachting van vrouwen schuldig maken. De praktijk van straffeloosheid maakt dat ook steeds meer burgers meisjes en vrouwen aanranden. Als de milities het mogen, dan mogen wij het ook, is de redenering.
Kambere: „Het gebrek aan recht is een groot probleem. Het Congolese rechtssysteem is door en door corrupt. Rechters laten zich omkopen of ondernemen niets uit angst. Daarbij komt dat veel meisjes en vrouwen onbekend zijn met de wetgeving en een verkrachtingszaak dus helemaal niet aanhangig maken. Ze denken dat ze tegen een man niets hebben in te brengen.”
Daarmee is een dieper liggend probleem aangesneden: de visie op de verhouding tussen man en vrouw in Congo. Er zijn de laatste jaren veel initiatieven ontplooid om Congolese vrouwen meer bewust te maken van hun rechten. Het grote probleem was alleen dat mannen nauwelijks bij deze projecten betrokken waren, terwijl dat toch van elementair belang is als het gaat over de onderlinge verhoudingen.
Met steun van Justitia et Pax hebben verschillende organisaties in Noord-Kivu daarom recent onderzocht hoe daarin verandering kan komen. Daarbij is nadrukkelijk contact gezocht met lokale autoriteiten en de kerken.
Rol kerken
Kambere is ronduit enthousiast over de rol die juist de geloofsgemeenschappen kunnen spelen. Hij is zelf betrokken bij een pinkstergemeente en is blij dat die kerken ook in het onderzoek participeerden. „Gebleken is dat de kerken graag willen meewerken aan bewustwording over de verhouding van man en vrouw.” Als mannen en vrouwen zich gezamenlijk intensief in de Bijbel gaan verdiepen, is er volgens Kambere al veel gewonnen.
Kambere: „Want wat blijkt dan: voor God zijn man en vrouw gelijk. Zijn genade geldt beiden in gelijke mate. De vrouw is evenzeer beeld van God als de man. Als God geen onderscheid maakt tussen man en vrouw, mogen wij dat ook niet doen.”
Maar wat als dat principe al met voeten getreden is en dader en slachtoffer van seksueel geweld in één kerk zitten? Kambere peinst even. „Veel plaatselijke pinksterkerken zijn klein”, zegt hij dan. „Ik zou zo geen voorbeeld weten. Maar in grotere gemeenten zal het zeker voorkomen. Hetzelfde probleem komt trouwens ook binnen een dorpsgemeenschap voor. Het is dan belangrijk dat het recht zijn loop heeft. De kerken in Congo roepen daar krachtig toe op, maar kunnen ook een belangrijke rol spelen bij verzoening.”
Optimisme
Kambere zal de laatste zijn om te ontkennen dat Congo problemen heeft, zeer grote zelfs. Toch zegt hij „zeer optimistisch” te zijn over de toekomst van zijn land. „Ik ben een christen”, verklaart hij. „God laat ons niet vallen. Daar ben ik van overtuigd.”
De mensenrechtenactivist zegt er bovendien in te geloven dat er veel mensen in Congo zijn die dingen willen veranderen. „Mensen hebben verschrikkelijke dingen gedaan in het oosten van Congo. Maar ik zie ook dat de inwoners verzoening willen en eraan willen werken om een nieuw land op te bouwen. Daarbij zullen overigens alle landen rond de Grote Meren betrokken moeten worden.” Hij lacht. „Door de genade van God”, voegt hij eraan toe.
M23 een van zeker dertig milities
De rebellenbeweging M23 heeft sinds mei dit jaar een deel van de Oost-Congolese provincie Noord-Kivu veroverd. De strijd tussen M23 en het Congolese overheidsleger heeft duizenden mensen op de vlucht doen slaan.
Het geweld in de grondstofrijke regio laaide na een periode van betrekkelijke rust afgelopen voorjaar weer op. Militairen van de legereenheid van de voormalige krijgsheer Bosco Ntaganda (1973) sloegen aan het muiten en richtten de rebellenbeweging M23 op.
Volgens Ntaganda, die wordt gezocht door het Internationaal Strafhof, had de Congolese regering zich niet aan de bepalingen uit het vredesakkoord van 23 maart 2009 gehouden. Het akkoord leidde tot integratie van de Tutsirebellengroep CNDP (Nationaal Congres voor de Bescherming van het Volk) in het Congolese regeringsleger. De naam M23 is een verwijzing naar het verdrag.
De rebellen van M23 riepen vorige week een eigen bestuur voor het door hen veroverde gebied in het leven. M23 ontkent dat het om een alternatief overheidsapparaat gaat, maar dat het gezag nodig is om de orde in het gebied te handhaven. De chef vredesmissies van de VN, Hervé Ladsous, waarschuwde zaterdag echter dat de soevereiniteit van Congo op het spel staat.
Naar schatting tellen de gelederen van M23 zo’n goed bewapende 1500 strijders. De rebellengroep zegt de wapens op te nemen tegen het regime van de Congolese president Laurent Kabila.
M23 is een van de vele rebellengroepen die in het oosten van Congo actief is. In totaal zouden er zo’n dertig milities huishouden. In de regio heerst volstrekte wetteloosheid.
„Rwanda betrokken bij strijd”
Een rapport van de VN plaatste onlangs kritische opmerkingen bij de rol van buurland Rwanda in het huidige conflict in Oost-Congo. De waarnemers stelden dat er „substantieel bewijs” is gevonden „van de steun van Rwandese overheidsmedewerkers aan gewapende groepen in Oost-Congo. De RDF (het Rwandese leger, MW) heeft militaire uitrustingen, wapens, munitie en andere goederen geleverd aan M23.”
Verschillende landen, waaronder Nederland, schortten vervolgens (een deel van) hun hulp aan Rwanda op.
Een rapport van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) stelde deze maand bovendien dat Rwanda ook troepen naar Congo stuurt. Congolese en Rwandese burgers vertelden medewerkers van HRW dat ze aanzienlijke groepen Rwandese militairen de grens met Congo hebben zien oversteken.
Rwanda heeft vanouds sterke economische en tribale banden met Oost-Congo. Volgens het VN-rapport over de rol van het land in het huidige conflict in Oost-Congo zou Rwanda een bufferstaat willen vormen in de regio.
Rwanda zelf ontkent alle aantijgingen.