B. schoot op 12 mei 2011 in zijn woning in Helmond zijn ex-vriendin Farida dood, bekende hij. Enkele dagen later op 16 mei reed hij naar Zwijndrecht. Daar vermoordde hij zijn andere ex-vriendin Nargiz, haar zus en hun moeder, aldus de aanklagers. Ook schoot hij op de vader van het gezin, die de aanslag overleefde.

De 27-jarige verdachte heeft bekend betrokken te zijn bij de schietpartijen, maar ontkent dat hij de moorden heeft gepland. Hij zou in paniek zijn geweest. Volgens het OM is er wel degelijke sprake van „planmatig handelen”. Zo zag de neergeschoten vader hoe B. heel rustig zijn pistool herlaadde. „Hij deed dat heel rustig, alsof het zijn werk was”, verklaarde de vader tegenover de politie.

Het OM verwees ook naar de vermeende afscheidsbrief die in de portemonnee van de verdachte werd gevonden. Daarin schreef hij dat hij zijn beide ex-vriendinnen om het leven bracht uit wraak en om zijn eer vanwege de eerder stukgelopen relaties.

B. zei ook dat hij onder invloed was van cocaïne en drank, maar dat achtte het OM niet aannemelijk. Bij de psychiater verklaarde de verdachte dat hij gemiddeld twee keer per jaar op een feestje cocaïne gebruikte. Hij werd eerder veroordeeld omdat hij Farida dreigde te doden. Maar ook na die veroordeling zou hij aan dat voornemen hebben vastgehouden.

De verdachte mag dan leiden aan een ontwikkelingsstoornis en narcistische persoonlijkheidsstoornis, maar de getuige-deskundigen kunnen niet zeggen in hoeverre dat van invloed is op de gepleegde moorden. Daarom moeten de feiten volledig aan hem worden toegerekend, betoogde het OM.

De zitting moest enige tijd worden geschorst omdat de moeder van Farida gillend in tranen uitbarstte en daarom moest worden weggedragen. Na een kwartier werd de zaak hervat en nam ook de moeder weer plaats op de publieke tribune.