Opinie

Commentaar: Belaagde mag niet meteen in cel belanden

Inbrekersrisico. Zo bestempelt staats­secretaris Teeven van Veiligheid en Justitie de dood van een dief die na een worsteling in een woning in Diessen om het leven kwam. „Het is treurig dat er iemand dood is gegaan, maar dit is wel een inbrekersrisico.”

26 September 2012 11:48Gewijzigd op 14 November 2020 23:23
Foto ANP XTRA
Foto ANP XTRA

Dinsdagmorgen vroeg drong een 37-
jarige man een woning in het Noord-Brabantse dorp binnen. Waarschijnlijk was hij uit op diefstal van enkele dure vogels. De dief werd verrast door de bewoners, waarna een worsteling ontstond. Als gevolg daarvan overleed de man.

„De inbreker heeft niets te zoeken in die woning, het risico ligt bij hem”, zegt Teeven. Niet de inbreker is in zijn ogen slachtoffer, maar de bewoners.

De staatssecretaris vindt het al langer terecht dat mensen die belaagd worden van zich afbijten. Daarom kwam hij op 1 januari vorig jaar ook met een aanwijzing voor het openbaar ministerie om meer rekening te houden met het recht op zelfverdediging. Voortaan moesten belaagden die zich hadden verweerd niet meer automatisch worden aangehouden en in voorlopige hechtenis genomen. Iemand die van zich af slaat omdat onverlaten het op hem of zijn bezit hebben gemunt, verdient volgens Teeven ,eerder een pluim dan een politiecel.”

Wel vindt de staatssecretaris dat de man of vrouw die geweld heeft gebruikt om zich te verweren, als verdachte moet worden aangemerkt. Er moet immers worden uitgezocht wat de precieze toedracht is. Maar het opsluiten in de cel, zoals vroeger nogal eens gebeurde, is van tafel. Dat sluit aan bij het rechtsgevoel van burgers. Mensen moeten immers het recht hebben hun eigen bezit te verdedigen als onverlaten het daarop hebben voorzien?

Dat is ook vastgelegd in artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht. Dat luidt: „Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. Niet strafbaar is de overschrijding van grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.”

De Bijbelse geboden stellen zich op dezelfde lijn. In Exodus 22:2 staat: „Indien een dief gevonden wordt in het doorgraven, en hij wordt geslagen dat hij sterft, het zal hem geen bloedschuld zijn.” De belaagde gaat dus vrijuit, tenzij hij in de situatie was dat de overvaller op een andere manier kon worden gepakt (Exodus 22:3).

Het is van belang dat elk incident waarbij een boef het leven laat grondig wordt onderzocht. De rechter zal moeten afwegen of het gebruikte geweld proportioneel was. Wanneer een bezitter van veraf jongens neerschiet die op klaarlichte dag appels stelen uit zijn boomgaard, hoeft hij niet te rekenen op de uitzonderingsregel voor noodweer. Dat is buitenproportioneel. Maar wie bij nacht en ontij wordt verrast in zijn woning door dieven, kan in de situatie komen dat hij fors geweld moet gebruiken.

Grondig onderzoek is dus alleszins gerechtvaardigd. Maar de belaagde in hechtenis nemen, gaat te ver. Het is een emotionele belasting voor mensen die al veel hebben meegemaakt.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer