De EU–ministers van Binnenlandse Zaken willen echter niet verder gaan dan een studie. Een voorstel van EU–voorzitter Italië om nu al tot een quota–regeling te komen, werd vrijdag tijdens informeel overleg van de bewindslieden in Rome afgeschoten.

Drie jaar geleden vonden de Europese bewindslieden een studie nog te ver gaan, omdat zij van mening waren dat de bestaande arbeidskrachten in Europa beter ingezet konden worden om problemen met de vergrijzing op te vangen. EU–voorzitter Italië drong echter zo hard aan „dat we tegen een studie geen ’nee’ konden zeggen", aldus de Belgische minister van Binnenlandse Zaken Dewael.

Volgens minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) heeft Nederland ook aangedrongen op „tal van voorbehouden". Zo is in ieder geval wel afgesproken dat quotaregelingen altijd een verantwoordelijkheid blijven voor de EU–lidstaten zelf. Italië, dat met zijn grote buitengrenzen veel asielzoekers binnenkrijgt, vroeg om een Europese regeling, zodat Rome ook aanvragers voor tijdelijke arbeidsvergunningen naar andere EU–landen kan doorschuiven.

De meeste EU–lidstaten hebben inmiddels al laten weten eigenlijk weinig voor een quotumregeling te voelen. Voor een Europese regeling is unanimiteit nodig, waardoor het Italiaanse voorstel praktisch ook niet haalbaar is. Italië en Duitsland kennen al nationale quotaregels. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Schily heeft al laten weten „die bevoegdheid niet uit handen te zullen geven". Ook Frankrijk en Groot–Brittannië voelen niets voor EU–afspraken op dit terrein.

De studie moet komend voorjaar zijn afgerond. Dan moet er antwoord zijn op vragen over de aantallen asielzoekers die nodig zijn om het tekort aan arbeidskrachten in bepaalde sectoren op te vangen, de invloed van migranten uit de nieuwe Oost–Europese lidstaten op de arbeidsmarkt en afspraken met ontwikkelingslanden over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielaanvragers. De Europese Commissie zal het onderzoek uitvoeren, eventueel met hulp van experts van buitenaf.