„We werken nu aan een methode waarop we dit virus in een vroeg stadium kunnen diagnosticeren. Daarnaast werken we aan middelen waarmee we het kunnen bestrijden, mocht dat nodig zijn: vaccins en antivirale middelen”, aldus Osterhaus.

De vraag is of het virus van mens op mens overgedragen kan worden. Momenteel wordt contactonderzoek uitgevoerd in de omgeving van de twee patiënten. De vraag daarbij is of mensen met wie ze in aanraking zijn geweest antistoffen hebben aangemaakt. Dat kan erop duiden dat het virus van mens op mens overdraagbaar is. „Maar daar moeten we voorzichtig mee zijn. Het kan ook zijn dat de mensen die de antistoffen hebben, met dezelfde bron in aanraking geweest zijn. Een vleermuis bijvoorbeeld. Dan is het mogelijk dat ze niet elkaar besmet hebben, maar dat ze allebei door de vleermuis besmet zijn.”

Volgens het RIVM zijn in Nederland geen besmettingen bekend. Symptomen die een patiënt krijgt als hij besmet is, zijn onder meer koorts, hoesten, kortademigheid en ademhalingsproblemen. De twee bekende patiënten hadden een ernstige longontsteking en nierproblemen.