Mutsen
„Wat een mutsen”, kan de Majesteit gedacht hebben toen ze de Ridderzaal inkeek, vorige week dinsdag.
Dat woord muts deugt eerlijk gezegd niet, al past er wel verrassend veel onder. Maar hoofddeksel vind ik ook zo wat. Doet me te veel denken aan dat spreekwoordelijke potje. Maar op veel van die potjes prijkte dan toch maar een muts. Sommige creaties waren oogstrelend. Kekke kunstwerkjes. Prachtige hoed en japon van de Majesteit. Ingetogener kan haast niet. Het is crisistijd. Vermakelijk overigens, die veertjes aan haar tooi. Zodra zij weer een bladzijde uit het voorleesboek van Rutte omsloeg gingen die dingetjes vrolijk wippen, alsof ze zich verheugden in het naderend einde. Marianne keek eerst wel argwanend. Waren ze echt of was het nep? Hoe komt dat toch, dat ik haar partij altijd associeer met ”animal farm” en kwijlende honden?
Ook dit jaar dansten wanstaltige gevallen en surrealistische objecten vervaarlijk op vrouwenhoofden. Kaboutermutsen, smurfenmutsen, ingezakte taartbodems. Voor zover niet het resultaat van huisvlijt, dan ongetwijfeld afkomstig uit de collectie van maison Mallootje. Eindelijk eens geen verborgen boodschappen. Of het moest de mitrailleurband zijn die Mevrouw Thieme om haar schouders had geknoopt. Zo oogde ze wel heel krijgshaftig. De viervoeters hadden er schik in. Ze hadden al snel ontdekt dat die projectielen slechts ideologische winterwortelen waren.
Enkele genodigden waren demonstratief blootshoofds gekomen. De rebellen. Vonden ze een hoofdtooi misschien maar onzin?
Anderen hadden duidelijk bezuinigd op hun outfit: kort van stof en diep van inzicht. Kennen we ook in de kerk. Het ontlokte een collega in de warme zomertijd de opmerking dat dominee ook maar een mens is. Daaraan gekoppeld de vraag of de dames er wat rekening mee wilden houden.
De mannen? Gelukkig geen baseballpetjes. Ook geen mutsen of het moest Samsom zijn, die transformeerde naar slaapmuts. Tijdens de ceremonie heerlijk wegdromend. Boze tongen beweren in de armen van Rutte. Van vechten naar hechten.
Best grappig, dat hoedjesgedoe. Alsof er geen vrouwenemancipatie is geweest. Mijn grootmoeders waren nog keurig gekapt en goed gemutst als ze uitgingen. Maar de generatie na hen dacht er anders over. De hoeden gingen af. Het vrouwvolk trok de broek aan. Haren werden afgeknipt. Het waren de symbolen van eeuwenlange onderdrukking die werden afgeworpen. Had iets te maken met Bijbel en christendom, wist men. Bevrijding, noemden ze het, en ze geloofden het zelf ook nog.
Van mij mag het wel weer wat stijlvoller. In de Kamer en in de kerk en waar dan ook.