Chassidim: ver weg en toch dichtbij
Een wereld die ver weg is – en toch dichtbij. Dat geldt in Israël voor de chassidim. Hun gewoonten staan mijlenver af van die van de andere Israëliërs, terwijl ze bij hen in de buurt wonen. Op een tentoonstelling in het Israël Museum in Jeruzalem kunnen bezoekers kennismaken met de eigenaardige wereld van de chassidim.
Al buiten de tentoonstellingsruimte is het gezang van de chassidim te horen. Het blijkt uit een zaal te komen waar op een groot scherm een film wordt vertoond van een ”tish”. De tish is een bijeenkomst van een groep chassidim rond de rebbe. Zijn discipelen hebben zich rond een lange tafel verzameld waaraan de rebbe zit. De chassidim zingen en er klinkt vrolijke muziek. Ten slotte gaat de gebraden kalkoen rond, waar ieder een stukje van aftrekt.
De tentoonstelling ”Een wereld apart naast onze deur: een blik in het leven van chassidische Joden” biedt een unieke blik in een besloten gemeenschap. De chassidim wonen in wijken bij ‘gewone’ Israëliërs in de buurt, maar hun wereld is meestal onbekend. Toch kregen fotografen toestemming om foto’s te maken. Ook de curator van de tentoonstelling, Ester Muchawsy-Schnapper, slaagde erin contacten te leggen en het vertrouwen te winnen bij haar etnografische studie over de chassidim.
De tentoonstelling werpt licht op minder bekende aspecten van de chassidische cultuur door middel van foto’s, tekeningen, graveerwerk, video’s, muziek en door voorwerpen die zelden eerder tentoongesteld zijn. De bezoeker heeft de kans de talliet (gebedskleed) van de fameuze chassidische leider Baäl Sjem Tov te bekijken en een Oekraïense chanoekalamp die naar hem genoemd is. Ook zijn er belangrijke boeken te zien. De ”Sippurei Ma’asiyot” van Nahman van Bratslav (1772-1820) bijvoorbeeld, waarin verhalen staan opgetekend met een magische, mythische sfeer, die de rabbi zijn discipelen vertelde.
Op een foto is te zien hoe voor de eerste keer het haar wordt geknipt van een 3-jarige jongen en hoe kinderen voor het eerst naar de cheider (orthodoxe school, AM) gaan, waar de leraar Jiddisch spreekt.
De tentoonstelling geeft ook aandacht aan de huwelijksplechtigheid met de zogenaamde ”mitswe tanz”. De gesluierde bruid houdt een lange stoffen band vast, die haar scheidt van haar vader en dansparter. Daarna danst ze met de mannelijke familieleden en ten slotte met de bruidegom. Chassidische mannen trouwen als ze een jaar of achttien zijn en hopen op een groot gezin. Eerbied voor de leiders wordt de kinderen vroeg bijgebracht: zelfs in kinderwagens bevinden zich foto’s van belangrijke rebbes.
”De wereld van de man” biedt informatie over de kleding van chassidische mannen. Voor een buitenstaander lijken de haredim met hun zwarte jassen, zwarte hoeden en witte overhemden misschien allemaal op elkaar, maar er blijken tal van verschillen te bestaan. De hoeden van de Chabad of Lubavitcher chassidim, bijvoorbeeld, zijn aan de randen gebogen, iets wat ze een zwierig karakter geeft. Hoeden van Hongaarse groepen –vrij plat en zo recht als een kaars– maken daarentegen een statige indruk.
De kleding die de genade symboliseert, wordt gedragen boven op kleding die het oordeel symboliseert. Daarmee geeft de chassied te kennen dat hij hoopt dat de genade van God zal zegevieren. De knopen van de jassen bevinden zich daarom aan de linkerkant. Op deze wijze wordt de rechterkant, die voor de genade staat, over de linkerkant geslagen.
Volkomen toewijding
Arthur Green schrijft in de catalogus van de tentoonstelling ”Een wereld apart naast onze deur: een blik in het leven van chassidische Joden” dat het chassidisme twee doelen heeft: de herleving van het Joodse leven in de geest van een vreugdevolle en volkomen toewijding aan God, en de versterking van de traditionele levensstijl, die verandering uitsluit. Centraal staat: liefde voor God en een eenvoudig geloof, en dat in balans met de studie van de Talmoed.
De geestelijk vader van de chassidim is rabbijn Yisrael ben Eliezer, beter bekend als Baäl Sjem Tov of kortweg Besht (ca. 1700-1760). Alle chassidische groepen zeggen zijn volgelingen te zijn. Aan het hoofd van de gemeenschappen stonden de ”tzaddikim” (rechtvaardigen).
De ware ”tzaddiek” zit niet vast in zijn eigen wereldje van studie en vroomheid. Chassidim kwamen bijeen in kleine gebedshuizen, onder leiding van de rebbe die de lokale synagoge had verlaten.
Veel rabbijnen keerden zich tegen de nieuwe beweging. Zij waren bang dat de studie van de Thora in het gedrang zou komen, en werden ”mitnaggedim” (tegenstanders) genoemd.
Het conflict tussen chassidim en mitnaggedim duurde dertig jaar. De kloof liep soms dwars door families heen. Daarna zagen de tegenstanders dat de chassidim toch niet zo’n groot gevaar vormden als ze aanvankelijk vreesden. Tenslotte hielden de chassidim zich aan de strenge Joodse levenswijze. Bovendien dreigde een groter gevaar, namelijk de ”haskalah” –de verlichting– en daarmee de assimilatie van Joden.
Chassidim geven tradities en voorschriften van generatie op generatie door. De belangrijkste verandering lijkt te zijn dat het zwaartepunt van het chassidische leven zich na de Holocaust heeft verplaatst van Oost-Europa naar Israël en New York.
Zie ook:
Video van de dans van een bruiloft van de Rachmestrivke chassidim.