Schrijf de flanken nog maar niet af
“Het politieke midden is terug”, analyseerde de Volkskrant op de avond van 12 september. Maar als uit de winst van VVD en PvdA één ding níét afgeleid kan worden, is het dat het politieke midden zich heeft hersteld.
Ga maar na. Dé middenpartij bij uitstek, het CDA, ligt knock-out. De club van ”we buigen niet naar links en we buigen niet naar rechts” (Van Agt), de partij die altijd zo soepel wist te zwenken van samenwerking met de liberalen naar samenwerking met de sociaaldemocraten en weer terug (Lubbers, Balkenende), is door de kiezer nagenoeg krachteloos gemaakt.
En de winst van VVD en PvdA? Die groeperingen mogen dan traditioneel tot de middenpartijen gerekend worden, beide zijn de achterliggende jaren programmatisch aanzienlijk opgeschoven, de een verder naar de rechter-, de ander verder naar de linkerkant van het politieke spectrum.
Daar komt nog iets bij. Hoewel kiezers er in het stemhokje niet bij vertelden waaróm zij VVD of PvdA stemden, is dit nagenoeg zeker: de linkse kiezers wilden Rutte uit het Torentje kieperen; de rechtse kiezers wilden Samsom buiten de Trêveszaal houden. Met als wonderlijk resultaat dat noch de ruim 2,5 miljoen VVD-stemmers, noch de krap 2,5 miljoen PvdA-stemmers hun zin krijgen. Wat PVV-leider Wilders tijdens de campagne voorspelde, lijkt nu te gaan gebeuren: wie op Rutte of Samsom stemt, krijgt hen allebei.
Dat de leiders van VVD en PvdA het land momenteel iets hebben uit te leggen, beseffen ze terdege. Samsom deed dat in het Kamerdebat van donderdag door de PvdA-stemmers voor te houden dat als ze werkelijk een radicaal alternatief voor het vorige kabinet hadden willen creëren, ze de PvdA nóg iets groter hadden moeten maken. Dan had hij, Diederik Samsom, het initiatief kunnen nemen in de formatie. Nu echter is hij afhankelijk van de VVD, „de grootste winnaar van deze verkiezingen.” En Rutte wil de SP er nu eenmaal niet bij hebben.
Volstrekt logisch volgens de Haagse logica. Maar de grote vraag is wat de kiezers ervan vinden. Nu, en straks bij volgende verkiezingen. Want daar schuilt het grote gevaar voor een nieuwe paarse coalitie.
We hoeven maar even de geschiedenis in te duiken om dat te kunnen vaststellen. Waren het niet de eerste twee paarse kabinetten (1994-2002) die door hun depolitiserende en technocratische beleid ter linker- en ter rechterzijde krachtige flanken deden ontstaan? De SP rukte in deze jaren op van 2 Kamerzetels in 1994 naar 25 in 2006. En rechts van de VVD ontwikkelde zich direct na paars eerst een 26 leden tellende LPF-fractie en acht jaar later een 24-koppige PVV-fractie.
Het is waar, beide flanken kampen momenteel met enige tegenwind. Maar vlak ze daarom voor de toekomst niet uit! Links staat de SP gereed om Samsom beginselverzaking en een asociaal beleid te verwijten. „U hebt de SP-sympathisanten, die ter elfder ure toch PvdA stemden, slechts te leen”, dreigde Roemer in het Kamerdebat van donderdag. Rechts wacht de PVV gretig haar kansen af. „We gaan op weg naar de nieuwe puinhopen van paars”, juichte Wilders met een verwijzing naar Fortuyns beroemde en invloedrijke boek.
Waar die puinhopen uit gaan bestaan, weet nog niemand. Na paars I en II richtte de kritiek zich op de doorgeschoten marktwerking, de files, de wachtlijsten in de gezondheidszorg, de bonussencultuur en op het verdwijnen van het publieke ethos.
Als een nieuw paars kabinet iets wil leren van zijn voorgangers, moet het zich dus in elk geval hoeden voor technocratische oplossingen, voor eenzijdige fixatie op de markt en voor verwaarlozing van de publieke sector. Maar dan nog zal het varen van een electoraal gunstige koers buitengewoon moeilijk zijn. Te veel naar links hellen, helpt de PVV. Te veel naar rechts hellen, de SP. En voortdurend het gulden midden zoeken, bevoordeelt allebei.
Iemand vergeleek de Nederlandse politiek van de achterliggende jaren onlangs treffend met een centrifuge. Er zijn continue middelpuntvliedende krachten aan het werk. Dat is door deze verkiezingen niet anders geworden. En het zal door deze formatie ook niet veranderen.
Integendeel. De samenwerking waartoe VVD en PvdA zich nu gedwongen voelen, draagt haast onvermijdelijk de kiemen in zich van weer nieuwe centrifugale krachten.