Enkele maanden later ondertekenden De Gaulle en de Duitse bondskanselier Konrad Adenauer het Elysée-Verdrag, dat als basis van de Frans-Duitse vriendschap geldt. Die vormt nog steeds de ruggengraat van de Europese Unie.

„U allen feliciteer ik. Ik feliciteer u in de eerste plaats dat u jong bent”, begon De Gaulle zijn toespraak tot ongeveer 20.000 enthousiaste jongeren op 9 september 1962. Hij sprak de hoop uit dat de jongeren de kloof tussen Duitsland en Frankrijk, die binnen een eeuw tot drie oorlogen had geleid, zouden overwinnen. De president noemde de Duitse jongeren „kinderen van een groot volk”, dat in het verleden weliswaar grote fouten had begaan, maar de wereld met wetenschappelijk werk, kunst, filosofie en ontdekkingen had verrijkt.