„Doneren lichaam bewuste keus”
NIJMEGEN – Mensen die hun lichaam na hun dood doneren aan de wetenschap doen dat niet uit onverschilligheid of overmacht.
Dat concludeert antropologe Sophie Bolt, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Op 3 oktober promoveert Bolt op een proefschrift over de achtergronden van lichaamsdonatie.
„Vaak wordt er gedacht dat het om eenzame mensen gaat of om mensen die geen geld hebben voor een uitvaart”, aldus Bolt. Dergelijke veronderstellingen blijken echter niet te kloppen. Veel donoren hebben een belangrijk sociaal netwerk en betekenisvolle relaties met anderen. Kosten spelen voor slechts 8 procent van de 759 ondervraagde donoren een rol en dan ook nog eens een ondergeschikte, constateert Bolt.
De belangrijkste reden die hen ertoe beweegt lichaamsdonor te worden, is: nuttig willen zijn. Bijna 93 procent van de donoren voert deze altruïstische drijfveer aan. Het lichaam dat donoren na hun dood beschikbaar stellen, kan worden gebruikt voor het onderwijs van geneeskundestudenten, maar ook voor postacademisch onderwijs voor specialisten.
Bolt plaatst wel een kanttekening bij het door donoren aangevoerde motief van nuttig willen zijn. „Iets willen betekenen voor een ander geeft ook een gevoel van voldoening. Je geeft niet alleen iets, maar je krijgt ook iets terug. Zo kan het beschikbaar stellen van jezelf als lichaamsdonor ook een manier zijn om betekenis te geven aan leven en dood.”
Een andere ‘opbrengst’ kan zijn dat kiezen voor lichaamsdonatie het zelfbeeld dat donoren koesteren nog eens onderstreept. Veel donoren zien zichzelf als onafhankelijke, non-conformistische types, aldus Bolt.
Het tweede motief dat de donoren, naast nuttig willen zijn, aanvoeren, is dankbaarheid tegenover artsen, ziekenhuizen, of de medische wetenschap in het algemeen. Bijna de helft noemt dit als motief.
Voor bijna 15 procent is de keus voor lichaamsdonatie negatief gekleurd. Deze groep stelt zijn lichaam vooral beschikbaar omdat ze hun nabestaanden niet willen belasten met een begrafenis of crematie. Afkeer van de rituelen rond het afscheid nemen, speelt bij deze groep eveneens een rol.
In Nederland staan ongeveer 16.000 mensen als lichaamsdonor ingeschreven bij een van de acht anatomische instituten in Nederland. De belangstelling voor lichaamsdonatie is de laatste jaren toegenomen. Voor verschillende anatomische instituten is dat reden om geen nieuwe inschrijvingen te accepteren.
Mond-tot-mondreclame van donoren binnen hun vriendenkring speelt bij de toegenomen belangstelling een belangrijke rol, ontdekte Bolt. Op de achtergrond spelen ook maatschappelijke tendensen zoals vergrijzing, individualisering en secularisering mee: lichaamsdonoren zijn vaak ouder (70-plus). Bijna 80 procent van hen omschrijft zich als niet-kerkelijk.
Opvallend is dat specialisten die werkzaam zijn in de anatomische sector zelf liever geen lichaamsdonor willen zijn. „Zij hebben vooral een professioneel bezwaar”, stelt Bolt, „ze willen het hun collega’s niet aandoen om bij hen op de snijtafel te liggen.” Daarnaast speelt mee dat nabestaanden bij lichaamsdonatie binnen 24 uur afscheid moeten nemen en dat het lichaam na het overlijden niet meer wordt teruggegeven.
Overigens is de bereidheid van anatomen om orgaandonor te worden wel hoger dan die van de gemiddelde Nederlander, stelt Bolt.