Retourtje Bach
„Frisia non cantat”: Friesland zingt niet. Een gevleugelde uitspraak, waarbij de provincie voor heel Nederland staat. Dat de inwoners van de Lage Landen enkel handel dreven, schilderden en daarbij amuzikaal waren, is echter een mythe. En dat Nederland alleen maar tweederangscomponisten heeft gehad, is maar voor een deel waar. Ons land kan nog altijd prat gaan op de ”Amsterdamse Orpheus”: Jan Pieterzoon Sweelinck. Het feit dat Sweelinck 450 jaar geleden het levenslicht zag, maakt 2012 tot een Sweelinckjaar. Voor het vermaarde Festival Oude Muziek aanleiding om eindelijk eens te dwepen met een grootheid van eigen bodem. Eind augustus was de 16e-eeuwse Amsterdammer dan ook als ”composer in residence” present op het Utrechtse festival met klaviermuziek, protestantse psalmen, katholieke motetten en wereldlijke chansons. Maar tien dagen lang muziek van Sweelinck schijnt te veel van het goede. De programmeurs van het festival hadden dit probleem echter fijntjes opgelost door Amsterdam op te voeren als startpunt van een muzikale reis richting de Duitse Bachstad Leipzig. Leerlingen van ”Orgelmacher” Sweelinck waren immers de docenten van niemand minder dan de grote Bach.
Een retourtje Bach. Je hoefde er de afgelopen maand Nederland niet voor uit. Verzorgde Utrecht de heenreis met Sweelinck als vertrekpunt, in Dordrecht belandde je als Bachliefhebber pardoes in de Hollandse klei. Het tweejaarlijkse Bachfestival presenteerde afgelopen week niet alleen een pure Bach, maar ook Bach door 19e-eeuwse ogen van de Nederlander J. G. Bastiaans (1812-1875). Deze componist van de fenomenale melodie van ”De Heer is mijn Herder” liet een werk na onder een merkwaardige titel voor een even merkwaardige bezetting: ”Melodisch Offer aan den Geest van J. S. Bach”, voor viool, cello, harmonium en piano. Salonmuziek vol Bachcitaten, maar opgelapt op 19e-eeuwse wijze. Als student trok Bastiaans naar Leipzig. Op dat moment zwaaide juist de grote Bachadept Mendelssohn daar de scepter. Het Bachvirus sloeg over en terug in Nederland trok Bastiaans aandacht door zijn geestdriftige propaganda voor de muziek van Bach. Juist in het van oudsher calvinistische Nederland heeft de lutherse Bach voet aan grond gekregen. Met zijn orgelrecitals met Bachwerken, zijn inzet voor de Haarlemse Bachvereniging en zijn bewerkingen van Bachs muziek heeft Bastiaans een niet te onderschatten bijdrage geleverd aan deze Bachrevival. Hoog tijd voor een melodisch offer aan deze noeste Bachprofeet, want het wordt tijd dat de kamermuziek van Bastiaans eens op cd verschijnt. Dan kan direct bewezen worden dat je met een harmonium meer kunt dan liederen van Johan de Heer begeleiden.