E. Leclerc: Franse kruidenier die op de kleintjes lette
LYON – Een visionair. Zo werd hij door Franse media omschreven. „De man die de detailhandel opnieuw uitvond.” Superlatieven ontbraken niet de afgelopen week. Frankrijk stond uitgebreid stil bij het overlijden van E. Leclerc (85), de man achter de gelijknamige keten van hypermarchés.
Gehuld in een stofjas achter de toonbank. Het potlood achter het oor ontbreekt, maar verder beantwoordt de zwart-witfoto van de jonge Edouard Leclerc aan het beeld van een traditionele kruidenier. Alsof de man er geboren en getogen is.
Leclerc was geen telg uit een kruideniersgezin. Toen de foto werd genomen, kwam hij eigenlijk net kijken in het vak. Voor Leclerc was de zaak een middel. Al eerder had hij geprobeerd of hij zijn missie via de kerk kon verwezenlijken. Maar zijn priesteropleiding maakt hij niet af. Het moest niet bij woorden alleen blijven. In het naoorlogse door schaarste en inflatie geteisterde Frankrijk wilde hij voor de Fransen iets concreets doen.
Zelf verwoordde hij het zo: de detailhandel moest een sociale dimensie krijgen. Zijn concept om de prijzen te verlagen was eenvoudig: haal de tussenhandel eruit, koop groot in en verlaag de marges per verkocht product. Hij was in 1949 de eerste die direct met fabrikanten aan tafel ging om te onderhandelen over de prijs.
Hij haalde zich aanvankelijk de woede op de hals van andere kruideniers, die vonden dat hij niet zomaar de tussenhandel mocht negeren. Fabrikanten werden onder druk gezet om niet meer te leveren aan Leclerc. Maar de kruidenier uit het Bretonse Landerneau won. In 1953 werden de bezwaren tegen zijn concept van tafel geveegd. De formule was een doorslaand succes. Overal in het land verschenen nieuwe filialen van de kruidenier. Aanvankelijk waren dat veelal kleine winkels. Leclerc moest lange tijd niks hebben van het idee dat klanten ook zelf hun karretje vol kunnen laden. Pas in 1965 opende hij de eerste hypermarché.
Nadat hij de levensmiddelen had ontdaan van het juk van de groothandel, begon hij een kruistocht tegen de Franse staat om de prijs van benzine omlaag te krijgen. Het werd een gevecht dat pas in de rechtszaal werd beslist, maar wel in het voordeel van Leclerc.
Zijn faam groeide – en ook het aantal filialen. Zijn er begin jaren zestig nog 60 winkels die zijn naam dragen, halverwege het decennium is het aantal filialen gestegen naar 441.
De hypermarché paste bij de snelle ontwikkeling van de industrie. Massaproductie ging hand in hand met massaconsumptie. In de jaren zestig en zeventig gaat het Frankrijk economisch voor de wind en het concept van de hypermarché, gelegen net buiten de stad, waar ruimte genoeg is om te parkeren en waar je ook nog goedkoop kunt tanken, slaat aan.
In 2010 bezit E. Leclerc, met 435 filialen, nog altijd meer dan twee keer zo veel hypermarchés dan bijvoorbeeld concurrent Carrefour. Vorig jaar bedroeg de omzet van het bedrijf ruim 30 miljard euro.
De formule maakt nog steeds veel winst, maar het concern is inmiddels wel op zoek naar nieuwe concepten die beter bij de tijdsgeest passen. Er zijn inmiddels tientallen drive-insupermarkten en ook wordt gekeken naar oplossingen waarvoor mensen niet meer de auto hoeven te pakken. Dichterbij dus.
„Het aantal bezoekers van een hypermarché loopt sinds tien jaar gestaag terug”, vertelt hoogleraar economie Philippe Moati. „De dood van E. Leclerc betekent ook het einde van een bepaalde generatie managers. Ik verwacht dat nieuwe managers met andere ideeën zullen opstaan. Of de hypermarché zal blijven bestaan? Het is een concept dat niet meer bij deze tijd past. De oppervlakte van de winkels neemt af. Er zullen waarschijnlijk verschillende soorten winkels naast elkaar opereren, van klein tot groot. Dat is geen oplossing voor de hypermarché. Die moet het nu eenmaal niet hebben van mensen die met de fiets komen.”