Prof. Aleman: Hoogmoed mens hindert geloof
GRONINGEN – „Het is wetenschappelijk gezien onmogelijk om te bepalen of Abraham echt de stem van God heeft gehoord, of dat hij hallucineerde. Zelfs wanneer we de mogelijkheid hadden om hem door een scan te halen is dit niet mogelijk.”
Dat zei prof. dr. André Aleman, hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie, donderdagavond tijdens een lezing van ForumC on tour, een maandelijkse avond waarop een hoogleraar in een studentenstad ingaat op ”een spannende vraag” uit zijn of haar vakgebied in relatie tot de verhouding tussen geloof en wetenschap.
Prof. Aleman liet aan de hand van vele voorbeelden zien dat onze hersenen de waarnemingen die wij doen, interpreteren. „Alles wat wij waarnemen wordt beïnvloed door eerdere ervaringen, motivaties en verwachtingen. Onze ogen, waarmee wij waarnemen, zijn geen camera’s die enkel waarnemen. Onze hersenen zijn meteen actief.”
Prof. Aleman ziet de relatie tussen geloof en wetenschap vooral als elkaar aanvullend. „De empirische wetenschap geeft kennis van het meetbare stoffelijke deel van de wereld. Het geloof geeft kennis van geestelijke zaken.”
Volgens prof. Aleman moeten we de grenzen van de wetenschap goed in de gaten houden. „Wanneer wij metingen doen, zullen we altijd hersenactiviteit waarnemen, alles heeft namelijk te maken met de hersenen. We moeten dit niet omdraaien. Het is niet zo dat wanneer we hersenactiviteit meten, deze ervaringen ook uit de hersenen komen.”
Volgens prof. Aleman is de vraag of Abraham de stem van God hoorde niet zozeer een wetenschappelijke maar een theologische vraag, omdat er altijd sprake is van hersenactiviteit.
Na de lezing werd er aan de hand van stellingen doorgepraat. Een van de stellingen luidde: ”Mensen die stemmen horen zijn bezeten door de duivel”. Prof. Aleman toonde zich erg terughoudend. „We moeten ervoor oppassen om mensen te stigmatiseren. Wanneer mensen vloeken horen in hun hoofd, en dit is met medicatie op te lossen, dan is de duivel wel erg gemakkelijk weg te krijgen.”
Een andere stelling ging over de vraag of ons verstand ons in de weg zit om te geloven. Een van de aanwezigen stelt dat dit inderdaad zo is, omdat veel kennis aanleiding geeft om aan God te twijfelen. Kinderen hebben veel minder kennis en hebben vaak veel meer vertrouwen.
Prof. Aleman stelt dat het verstand niet zozeer het probleem is, omdat juist onze ratio het beeld van God in ons weerspiegelt. Het probleem is de menselijke hoogmoed. „Wanneer de mens de maat is, en bepaalt waar God aan moet voldoen, dan bestaat Hij niet. Het verschil met kinderen is dat zij die hoogmoed juist niet hebben.”