„De unieke Scandinavische openheid zal verder worden beperkt”
Ruim zeventien jaar na de nooit opgehelderde moordaanslag op de toenmalige premier Olof Palme verkeert het Zweedse openbare leven opnieuw in een shocktoestand wegens een soortgelijke gebeurtenis. De boodschap van gisterochtend dat minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh was bezweken aan de messteken die haar door een nog onbekende man waren toegebracht, bracht het land in diepe nationale rouw.
Vrijwel meteen ook werd de vergelijking getrokken met 28 februari 1986, de dag waarop toenmalig premier Palme na een bioscoopbezoek het slachtoffer werd van een overval, eveneens in het hart van Stockholm en net als de winkelende Lindh als privé-persoon onderdeel van het dagelijkse straatbeeld. Anna Lindh ging als minister van Buitenlandse Zaken weliswaar om met de groten der aarde, maar wilde daarnaast ook gewoon blijven doen, zoals alle andere Zweedse ministers trouwens. Alleen de Zweedse premier kon na 1986 niet meer om permanent gezelschap van lijfwachten heen.
Eén overeenkomst tussen toen en nu springt het meest in het oog: Ook de dader van deze moord op een prominente Zweedse politicus blijkt zich (tot dusver althans) spoorloos uit de voeten hebben kunnen maken. De vraag of het de dader van de aanslag op Lindh zal lukken onvindbaar te blijven, durft echter op dit moment nog geen enkele commmentator in de Zweedse media aan te roeren. Daarvoor is het ook veel te vroeg. De politie meende gistermiddag dat de dader zich nog in Stockholm moet bevinden en gaat ervan uit dat het om om iemand uit de onderwereld gaat met praktijkervaring inzake liquidaties; kortom waarschijnlijk een koelbloedige (huur)moordenaar en geen psychiatrische patiënt.
Vooralsnog overheerst bij de Zweden de verslagenheid over de fatale afloop van Lindhs politieke carrière en is de lust om te speculeren over de eventuele diepere achtergrond van de aanslag nog nauwelijks aanwezig. In de woorden van partijleider Alf Svensson van de christen-democraten, bijvoorbeeld, klinkt vertwijfeling door. „De vele vragen die we ons nu stellen zijn moeilijk te beantwoorden. De rouw, de boosheid en de ontzetting die de moord op Anna Lindh veroorzaakt, is nauwelijks te beschrijven. Wat niet had mogen gebeuren is nóg een keer gebeurd”, zei de langstzittende (sinds 1973) volksvertegenwoordiger, refererend aan februari 1986.
Een van de vragen waarop Svensson ongetwijfeld doelt, is of het ooit nog mogelijk zal zijn voor politieke kopstukken om zonder veiligheidsagenten op stap te gaan. „Het zou vreemd zijn als de veiligheidspolitie -die net als bij de moord op Palme niet om de rol van de gebeten hond heen zal kunnen- het nog zou aandurven politici niet meer te beschermen”, constateert in ieder geval een artikel in Svenska Dagbladet alvast. De commentator is ervan overtuigd dat de brutale overval grote consequenties zal hebben. „De ooit unieke Scandinavische openheid en toegankelijkheid zal verder worden beperkt. Zweden zal meer op andere landen gaan lijken. Politieke leiders zullen meer worden afgeschermd van het volk, wat zal resulteren in een slechter fungerende democratie.”
In de Zweedse hoofdstad Stockholm was het gistermorgen na het bekend worden van de dood van de 46-jarige bewindsvrouw volgens de verslaggever van de landelijke krant Dagens Nyheter plotseling stil. Gesprekken op de metroperrons werden op gedempte toon gevoerd, zo registreerde de reporter. Op de locatie van de aanslag -in het warenhuis waar Lindh in de aanloop naar de zoveelste discussieavond over de invoering van de euro ’s middags aan het winkelen was- hoopten de bloemen zich op. Overal in het land werden in de loop van de dag voorbereidingen getroffen voor herdenkingsbijeenkomsten in kerken en gemeentehuizen. Kerkgebouwen bleken de hele dag een belangrijk toevluchtsoord voor het publiek om de gebeurtenissen te verwerken via stil gebed, een gesprek met de dienstdoende dominee of het aansteken van een kaars. Radio- en televisieomroepen pasten hun uitzendingen aan door of de hele dag aandacht te besteden aan het tragische gebeuren of drastisch te schrappen in de programmering.
Bijna vergeten leek even dat Lindh werd gedood tijdens de eindspurt van haar campagne om een ”ja” binnen te halen bij de zondag te houden volksstemming over de invoering van de euro. In hoeverre haar compromisloze pleidooien voor de gemeenschappelijke munt en haar duidelijke pro-Europese gezindheid iets met de aanslag te maken hebben, was donderdag echter evenmin een kwestie waarin de Zweden zich wensten te verdiepen. Wel was er even twijfel of de volksstemming niet moest worden uitgesteld. Het hele politieke spectrum in de Rijksdag werd het er echter al snel over eens dat met uitstel ook de democratie het slachtoffer zou zijn geworden van de aanslag. Van enige vorm van campagne zal echter noch vandaag, noch morgen sprake meer zijn.
Zelfs de vraag of de aanslag nu in het voor- of in het nadeel zal werken van de door Lindh bepleite Zweedse eurodeelname, werd alleen maar buiten Zweden gesteld. De politieke waarnemers in de buurlanden kwamen daarbij tot de conclusie dat het tragische einde van de campagnes een buitengewoon hoge opkomst zal weten te bewerkstellingen, met waarschijnlijk meer jastemmers dan men tot nu toe op basis van de opiniepeilingen kon verwachten.