Geldtumorcrisis
Het zijn niet de Grieken, de bankiers, de euro, het klimaat of de vergrijzing die onze economie hebben ontregeld. Het zijn de politici. Zij zijn verantwoordelijk voor de wetten die de geldverdeling steeds onevenwichtiger hebben gemaakt. De huidige crisis is niet spontaan ontstaan; ze is het resultaat van jarenlange oneerlijke beleidspraktijken. Telkens is er gekozen voor het grote geld.
Dat is goed te zien in de statistieken. Vanaf 1970 hebben in de welvarende landen de rijksten een steeds groter deel van het nationaal vermogen in bezit gekregen. Doordat de totale welvaart steeg werd iedereen rijker, en viel die scheve verdeling niet direct op. Nu de groei stokt, wordt de middenklasse niet alleen relatief maar ook echt armer, en gaat het bij de inmiddels grote groep armen schrijnen. Tegelijkertijd blijkt dat de rijkste 10 procent ondanks de slechte economie toch weer meer kapitaal heeft verworven. Dat breekt de samenleving op en af.
Uit vergelijkend cijfermateriaal blijkt dat landen met een gelijkmatige inkomensverdeling het beste leefklimaat bezitten. Een grote middenklasse bevordert nijverheid en stabiele verhoudingen. Rijkaards verspillen meer, armoedzaaiers oogsten niets. Grote verschillen in bezit leiden tot meer criminaliteit en maatschappelijke onrust. Een overheid heeft er dus alle belang bij om de wetgeving zo te maken dat opbrengsten eerlijk en verspreid worden verdeeld. Als dat niet gebeurt, verziekt dat de economie.
Ook in Nederland zijn tal van oneerlijke regels aan te wijzen die slecht gedrag belonen en het grootkapitaal bevoordelen. Al jarenlang genoemde voorbeelden zijn belastingkorting voor grootverbruikers van fossiele energie (zelfs geen accijns op kerosine!), de hypotheekrenteaftrek voor villa’s, lage vennootschapsbelasting voor grote concerns en gunstige fiscale constructies voor financiële instellingen. Binnen bedrijven worden de opbrengsten steeds minder gedeeld met de werkvloer, alhoewel die nog steeds de grootste inspanning en productiviteit levert. Hoe kan dat?
Als belangrijke reden wordt genoemd de mondialisering. Werk wordt verplaatst naar regio’s met ongezond lage arbeidslasten, en geld naar landen met oneerlijk lage kapitaalheffingen. Overheden beconcurreren elkaar in het vertroetelen van internationale concerns, en verergeren zo het onrecht. Zwakken worden niet beschermd, machtsmisbruikers niet aangepakt. Arbeiders sloven slaafs in sloppenwijken, kapitalisten koesteren zich in de luxe luwte van belastingparadijzen. Zoals tumoren een lichaam doen kwijnen, zo tasten geldvluchthavens de wereldeconomie aan. Eerst sluipenderwijs, maar daarna steeds heftiger. Als rechtvaardige wetgeving ontbreekt gaat het grandioos mis.
De wereldeconomie kan alleen gezond worden door mondiaal eerlijke regels in te voeren en te handhaven. Dat lijkt lastig, maar is niet onmogelijk. Het vereist wel dat politici verder kijken dan de eigen nationale kortetermijnbelangen, en zich niet laten chanteren door met vertrek dreigende multinationals noch zich laten omkopen. Uiteindelijk zijn ook grote concerns en kapitaalkrachtigen gebaat bij wereldwijde stabiliteit en welvaart.
Er is al een groeiende drang tot duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Net zoals dictators niet meer ongestraft wegkomen met hun wandaden, zal het ook minder geaccepteerd worden om geld weg te sluizen, en om arbeiders en milieu slecht te behandelen. Waar overheden zulk wangedrag nog niet afstraffen, doet de publieke opinie dat al wel. Ondertussen vechten politici onderlinge ruzietjes uit. Er lijkt geen sprake meer van het primaat van de politiek, maar van politieke primaten.
Als de Nederlandse politici werkelijk de economische crises willen aanpakken, moeten ze zich daadkrachtiger bezighouden met het bestrijden van kapitaalophoping bij een kleine groep. Tot nu toe roepen ze wel veel maar qua wetgeving verbetert er bitter weinig.
Zolang ze zeer opportunistisch omgaan met Europese wet- en regelgeving zal er ook op dat niveau moeilijk resultaat geboekt kunnen worden. Jammer voor de middenklasseburgers die snakken naar een jubeljaar.
De auteur is adviserend ingenieur. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl