”De schilder van de Bierkaai” van J. W. Ooms opnieuw uitgegeven
De naam van de schrijver J. W. Ooms is nog steeds bekend. Onlangs verscheen ”De schilder van de Bierkaai” in een nieuwe uitvoering.
Johannes Willem Ooms (1914-1974), in de volksmond Jo genoemd, schreef tientallen romans en jeugdboeken. De meeste verhalen gaan over de Alblasserwaard. Ooms beschrijft de bewoners van de waard in hun gevecht tegen het water, in hun godsdienstige gevoelens en in hun strijd tegen de Duitsers. Bekende romans van hem zijn ”De Korevaars” en ”Dijkleger”, terwijl ”Met paarden door de nacht” een bekend jeugdboek was, in ieder geval toen ik jong was.
Minder bekend is dat Ooms ook schilderde. Hij illustreerde diverse boeken en vervaardigde schilderijen en aquarellen. De meeste schilderijen zijn polder- en dorpsgezichten, maar er is ook een stuk met dieren bij, een nabootsing van het werk ”De jonge stier” van Paulus Potter. Ooms moet gefascineerd geweest zijn door deze schilder, want hij schreef een roman over hem: ”De schilder van de Bierkaai”. Het boek beschrijft het leven van Paulus Potter (1625-1654), een kunstschilder uit de gouden eeuw die in dezelfde tijd leefde als Rembrandt.
Potter werd geboren in Enkhuizen en groeide op in Amsterdam. Als kunstschilder werkte en woonde hij in Amsterdam, Delft en Den Haag. Zijn huis in de hofstad stond aan de Dunne Bierkade, vandaar de titel van het boek. Ooms beschrijft Potter als een kunstenaar die al jong gegrepen werd door het schilderen van dieren in hun omgeving en alles om zich heen vergat als hij daarmee bezig was. „Hij verlangde hevig naar Anna, maar zijn begeerte om te schilderen was nóg feller, zodat zijn hart hier allereerst naar uitging”, schrijft Ooms. Overigens is er in het boek ruimschoots aandacht voor de diverse liefdes van de kunstschilder. Potter, die een zwakke gezondheid bezat, overleed op 28-jarige leeftijd aan tuberculose, de ziekte waarvan hij al jaren last had.
Zijn grootste en bekendste schilderij is ”De jonge stier”, een werk van 2,25 bij 3,40 meter waaraan hij lang gewerkt heeft. De totstandkoming ervan wordt in het boek uitvoerig uit de doeken gedaan, met aandacht voor allerlei details. Potter verkocht het schilderij aan graaf Johan Maurits van Nassau, de voormalige gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië die na zijn terugkeer het Mauritshuis in Den Haag betrok. Het werk neemt nu een centrale plaats in in het gebouw, dat inmiddels een museum is.
Ooms heeft Potter in de context van zijn tijd geplaatst. De kunstschilder ontmoet Rembrandt in Amsterdam (en heeft grote bewondering voor hem), Pieter Saenredam en Salomon van Ruysdael in Haarlem, Antonie Palamedesz in Delft en Jan van Goyen in Den Haag.
Uit de roman blijkt dat meisjes uit gegoede kringen in de zeventiende eeuw tegen hun zin uitgehuwelijkt konden worden, zoals dat het geval was bij Potters zus Maria.
Potter leefde grotendeels tijdens de Tachtigjarige Oorlog, die toen in Holland ver weg was; de gevechten hadden vooral in de andere gewesten plaats. Veel burgers in de Hollandse steden werden rijk, waardoor ze in staat waren schilderijen te kopen. Voor kunstenaars was het een gouden tijd.
Godsdienst was belangrijk voor Potter. Hij vond de ideeën van de doopsgezinden aanvankelijk aantrekkelijk, maar uiteindelijk koos hij toch voor de calvinisten. Opvallend is zijn vriendschap met Jacobus Revius, de bekende dominee-dichter. Klaarblijkelijk waren kunst en calvinisme geen vijanden van elkaar.
Het boek leest prettig. Je komt veel te weten over Paulus Potter en de schilderkunst in de gouden eeuw, al is en blijft het boek een roman.
Boekgegevens
”De schilder van de Bierkaai”, J. W. Ooms; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2012; ISBN 978 90 3363 107 8; 317 blz.; € 14,95.