Dat bleek uit de woorden van minister Remkes van Binnenlandse Zaken woensdag tijdens een debat in de Tweede Kamer over voetbalvandalisme. Bij de formatie van het huidige kabinet is afgesproken dat bij commerciële manifestaties bijdragen aan de politiekosten gevraagd zullen worden.

De Rotterdamse burgemeester Opstelten en zijn Haagse collega Deetman zijn mordicus tegen dit plan. Zij vinden dat de zorg voor de veiligheid een kerntaak van de overheid is waar ze gebruikers niet voor mag laten betalen. Een hoorzitting eerder dit jaar grepen ze aan om hun bezwaren tegen het kabinetsplan aan de Tweede Kamer over te brengen. Remkes gaf gisteren echter aan dat de afspraak in het hoofdlijnenakkoord toch zal worden uitgevoerd.

Eerst is nog wel een wetswijziging nodig, maar volgens de bewindsman hoeft dat geen beletsel te zijn. Hij kon meedelen dat er een wetsontwerp in de la ligt dankzij zijn collega-minister op Binnenlandse Zaken, De Graaf. Die heeft het ontwerp ooit opgesteld toen hij lang geleden als beleidsambtenaar op het departement werkzaam was.

Burgemeester Opstelten onthulde eerder dat het plan door toedoen van De Graaf in het hoofdlijnenakkoord terecht is gekomen. Volgens hem probeert de D66’er al twintig jaar lang zijn idee te verwezenlijken. Opstelten was zelf ook ambtenaar op Binnenlandse Zaken.

Ten tijde van het kabinet-Kok II werd het plan serieus opgepakt. Ook daarin had D66 de hand. De commissie-Mans werd ingesteld die het voorstel overnam. Er bleek uiteindelijk onvoldoende politieke steun te zijn.

Jaarlijks vergt het voetbal zo’n 300.000 politie-uren. Vooral het vandalisme bezorgt de sterke arm veel extra werk. De kosten van de politie-inzet belopen een bedrag van 15 miljoen euro per jaar.