Politiek

Analyse: Rutte moet koers verleggen

DEN HAAG – Premier Rutte heeft in een ongekende tweestrijd PvdA-leider Samsom geklopt en overleeft daarmee als eerste Europese regeringsleider de eurocrisis. Toch is Samsom de morele winnaar. Rutte kan „zijn karwei” niet afmaken, maar zal mét de PvdA zijn koers moeten verleggen.

Marcel ten Broeke
13 September 2012 12:07Gewijzigd op 14 November 2020 23:09
PvdA-lijsttrekker Diederik Samsom woensdagnacht. Foto ANP
PvdA-lijsttrekker Diederik Samsom woensdagnacht. Foto ANP

Als er één reden is waarom de donderdag begonnen formatie best eens lang kan duren, is dat in ieder geval niet omdat eerst de vraag beantwoord moet worden wie met wie gaat regeren. VVD en PvdA zijn tot elkaar veroordeeld na een stembusuitslag waarbij de liberalen en sociaaldemocraten met kop en schouders uitsteken boven de rest.

PVV en SP (beide 15 zetels) volgen op een afstand die doet denken aan lang vervlogen tijden, toen het midden nog vitaal was en zuilen vanzelfsprekend. Maar dan wel met één belangrijk verschil: de christelijke zuil is een ruïne geworden, na wéér een gevoelige CDA-nederlaag. En opnieuw wisten de andere christelijke partijen van dit verlies 
(8 zetels) niet of nauwelijks (de CU bleef gelijk, de SGP won 
1 zetel) te profiteren.

Rutte kan zijn persoonlijke bezittingen in het Torentje laten liggen, maar zijn victorie heeft tegelijk ook iets weg van een pyrrusoverwinning. De premier, die bij zijn aantreden vol bravoure een beleid afkondigde waar „rechts Nederland de vingers bij kon aflikken” en dat liet uitvoeren door VVD-hardliners als Kamp, Teeven en De Krom, zal de komende weken met Samsom een duidelijk socialere koers moeten uitstippelen voor zijn beleid.

Van een ”laat de premier zijn karwei afmaken”, is hier weinig bij. De marsroute die Rutte het afgelopen anderhalfjaar met CDA en PVV heeft afgelegd, zal voor een belangrijk deel worden terugbewandeld, en het einddoel moet sowieso wordenverlegd.

Voor de draai die Rutte hiervoor zal moeten maken, lijkt tijd vereist. Dat maakt Samsom, die de afgelopen nacht direct de openingszet deed in het formatiespel door te stellen dat Nederland „niet kan doorgaan op de huidige, heilloze weg”, op z’n minst de morele winnaar van 12 september 2012. Dat de VVD buiten de PvdA om geen, en de PvdA andersom wél een alternatief lijkt te hebben (PvdA, SP, CDA en D66), legt de druk om die draai niet al te laat in te zetten vooral bij Rutte neer.

Overigens is constateren dat VVD en PvdA tot elkaar veroordeeld zijn één, het opstellen van een enigszins consistent programma waarin beide partijen zichzelf ook nog eens herkennen, is iets anders. Het in de campagne breed uitgemeten geschilpunt over de toekomst van Europa is wellicht nog het minste te midden van knelpunten als de zorg, de arbeidsmarkt en de woningmarkt.

De uitslag van woensdag is om meerdere redenen historisch te noemen. Zo was de VVD nog nooit zó groot (het oude record, 38 zetels in 1998, stond op naam van Bolkestein), en haalden VVD en PvdA, evenals bijvoorbeeld in 1998, samen voldoende zetels (80) om zonder steun van andere partijen een kabinet te kunnen vormen.

Omdat een VVD/PvdA-combinatie in de Eerste Kamer een meerderheid ontbeert, ligt de keuze voor een derde partner -net als in 1998- zoals het CDA en/of D66, echter voor de hand.

De rol voor kleinere partijen als GroenLinks en CU lijkt uitgespeeld, juist doordat de PvdA in een monster­tempo de SP wist leeg te eten. Daarmee werd het scenario van een versplinterd politiek landschap, met een grote VVD en SP, waarin formeren uiterst moeilijk zou worden en er een rol zou kunnen zijn voor ‘de kleintjes’ in één klap irrelevant.

Opvallend is ook dat voor het eerst sinds jaren de partijen op de populistische flanken (PVV en SP) niet zijn gegroeid. Toch lijkt de conclusie dat er sprake is van „een triomfantelijke terugkeer van het politieke midden”, die D66-prominent Alexander Rinnooy-Kan woensdag trok, te voorbarig.

Tien jaar nadat Fortuyn de maatschappelijke onvrede wist te kanaliseren, is deze niet opeens verdwenen. De geest lijkt weliswaar voor even terug in de fles, de dop is nog niet gevonden. In dat opzicht is het van belang te constateren dat PVV en SP nog altijd de derde en de vierde partij van Nederland zijn en relatief veel kiezers, de spannende tweestrijd ten spijt, woensdag géén stem hebben uitgebracht. Bovendien, als de stuiterende peilingen van de afgelopen weken íéts laten zien, dan is het wel dat kiezers minder honkvast zijn dan ooit, waardoor de PvdA, als een politieke plofkip in drie weken tijd van heel klein, plots heel erg groot kon worden.

Veel kiezers kozen niet zozeer vanuit partijliefde voor VVD en PvdA, maar stemden vooral strategisch in een verkiezingsstrijd die meer dan ooit ging om de vraag wie er premier zou worden. In de huidige crisis lijkt het omzetten van angst en onvrede in een proteststem op de flanken een luxe die burgers zich simpelweg niet hebben durven permitteren.

In dat opzicht is ook de conclusie dat Nederland woensdag massaal koos vóór Europa een verkeerde voorsteling van zaken. De PVV, die de stembusstrijd omdoopte tot een „referendum over Europa”, verloor weliswaar fors –de breker betaalt!– en ook de SP stond met lege handen, een brede euro­scepsis is er nog wel degelijk. Als de felle opstelling van Rutte richting Griekenland straks retoriek blijkt, kan dit vuurtje even snel worden aangewakkerd als het nu gedoofd lijkt.

Naar aanleiding van onderstaande reactie is er een aanpassing in het artikel gedaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer