Kerk & religie

Goede reuk

Hooglied 1:3

10 September 2012 09:12Gewijzigd op 14 November 2020 23:05

„Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw Naam is een olie die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief.”

Wanneer de zalven van de bruid al zo kostelijk en heerlijk blijken te zijn, hoe zal het dan niet zijn bij de zalven van de Bruidegom! Wanneer wij nu die al naar hun waarde niet kunnen verklaren, dan staat het geheel buiten alle twijfel dat de kracht van déze zalven uitnemender en hun lieflijkheid nog krachtiger is. Immers, hun reuk alleen al lokt niet slechts de maagden, maar de bruid zelf om zich te haasten. Toen zij deze zalven zelf over zich uitgegoten gevoelde, werd zij door die geringe reuk verkwikt en reeds ertoe bewogen om zich te haasten. Het zou wonderlijk zijn als zij toen geen vleugelen kreeg.

Geloof mij, want ik weet werkelijk nog helemaal niet of datgene wat ik innerlijk gedrongen voel te moeten zeggen, in het algemeen wel het wezen van deze zalven betreft. Want naar ik meen, heeft de bruid verschillende soorten reukwerken en zalven en niet maar een paar. Over sommige ervan verheugt zich de bruid wel in het bijzonder, omdat zij daardoor de Bruidegom nader staat en vertrouwelijker met Hem omgaat. Andere zalven dringen echter door tot de maagden. Weer andere bereiken ten slotte ook hen die veraf staan en buitenstaanders, zodat niemand zich voor Zijn liefdegloed verbergen kan (Psalm 19:7). Maar al is de Heere dan ook voor allen lieflijk (Psalm 145:9), toch het allermeest voor Zijn huisgenoten!

Bernardus van Clairvaux (1091-1153),

(”Het Hooglied”)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer