Heldere preken van Lloyd-Jones over Johannes 1
D. M. Lloyd-Jones (1899-1981), een invloedrijke Engelse evangelicaal, verstond de kunst om vele preken te houden vanuit een enkele tekst.
Uit een omvangrijke prekenserie over het Johannesevangelie zijn nu 32 preken over het eerste hoofdstuk gebundeld. Lloyd-Jones geeft in het voorwoord al aan dat het niet zijn doel is om een uitvoerige tekst-voor-tekstverklaring te geven (zoals hij bijvoorbeeld wel doet in zijn preken over de Romeinenbrief). Hij bespreekt de verzen niet evenredig en zelfs niet op volgorde. Over Johannes 1:17 zijn er negen preken, en maar liefst achttien over de verzen 12 en 13. Van de rest van Johannes 1 bespreekt Lloyd-Jones slechts enkele andere verzen kort afzonderlijk. Wie gedetailleerd Johannes 1 wil onderzoeken, kan dus beter elders terecht.
Toch hoeft niemand dit boek teleurgesteld terzijde te schuiven. Want Lloyd-Jones bespreekt wel helder en krachtig de leer zoals die in Johannes 1 naar voren komt. Het gaat daarbij om twee onderdelen. Vanuit vers 17 gaat Lloyd-Jones uitgebreid in op de onderlinge samenhang van Wet en Evangelie. Hij spreekt daarbij niet van een tegenstelling, maar van onderlinge dienstbaarheid. Iedereen die niet denkt al genoeg te weten, kan vanwege de fundamentele werkwijze van Lloyd-Jones des te meer gefundeerd raken in de gereformeerde leer. Dat geldt ook voor het tweede deel, vanuit de verzen 12 en 13, over het kindschap van God. Hij behandelt dit thema theologisch én pastoraal.
Het boek bespreekt de ”state and condition” –in de klassieke woorden: de staat en de stand– van een christen. Anders gezegd: óf wij christen zijn en hóé wij christen zijn. In het eerste deel gaat het vooral over de stand. Wie gewend is aan separerende preken krijgt wellicht soms het gevoel dat Lloyd-Jones al zijn gemeenteleden als ware christenen beschouwt. Dat is een misvatting – al durft hij, per preek gezien, onevenwichtig te zijn. Bovendien zegt de stand van een christen ook iets over zijn staat… Het gaat om echtheid. „Redding is geen zaak van gevoel, maar van onze verhouding tot de wet.” En: „Een ware christen discussieert niet met de wet, maar stemt die toe.” Wie deze preken leest, ziet zich geconfronteerd met God. En is dat niet ware prediking?
In de preken over het kindschap Gods ligt het accent meer op de staat van een christen. Is hij of zij een kind van God of niet? Prekenlang wijst Lloyd-Jones op de kenmerken van een ware gelovige. En hoe breed hij ook uitwaaiert, toch blijft Lloyd-Jones graag bij zijn tekst. Hij bespreekt geen willekeurige kenmerken, maar juist de kenmerken die direct verbonden zijn aan het „niet uit den bloede, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.”
Sterk aan dit boek is verder dat Lloyd-Jones er blijk van geeft te weten wat er leeft in de wereld. Hij spreekt niet vaag over een ”donkere tijd”, maar probeert de duisternis van de wereld te peilen. Duisternis, omdat het voor velen geen verschil zou maken als Jezus uit de wereldgeschiedenis zou zijn weggehaald; omdat de wet van God met de voeten getreden wordt; omdat God en Zijn waarheid gerelativeerd worden. Lloyd-Jones zag in de jaren 60 een aanzet van wat nu heeft doorgezet, en daarom blijft zijn analyse actueel.
De duisternis geldt trouwens niet slechts de wereld, maar ook de kerk. Lloyd-Jones gaat dan vooral in tegen het liberale christendom en het opkomende oppervlakkige evangelicalisme. Ook in onze situatie heeft het boek in die richtingen zeggingskracht, maar eveneens tegenover die vorm van bevindelijkheid waarin de Bijbelse stevigheid en helderheid ontbreekt. Zo wijst Lloyd-Jones ons allen terug naar de kracht van de gereformeerde leer en de noodzaak om daar op geestelijke wijze voluit uit te leven.
Boekgegevens
”Born of God. Sermons from John, Chapter One”, D. M. Lloyd-Jones; uitg. The Banner of Truth Trust, Edinburgh, 2011; ISBN 978 1 848 71125 9; 488 blz.; $ 29,-.