Het kabinet wil het aantal leden van de Eerste Kamer terugbrengen van 75 naar 50 en de omvang van de Tweede Kamer moet terug van 150 naar 100 leden. De Graaf stelt dat het de vraag is of zo’n verkleining bijdraagt aan het herstel van vertrouwen bij de burgers in de democratie. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun volksvertegenwoordiging wetsvoorstellen kan beoordelen en met een kleiner parlement wordt dat moeilijker.

Bovendien is met minder parlementariërs meer ambtelijke ondersteuning nodig, waardoor het maar zeer de vraag is of de verkleining leidt tot een financiële besparing. Gebeurt dat niet, dan gaat dat ten koste van de snelheid en effectiviteit van het wetgevingsproces. Hij stelt ook dat er in landen als België en Frankrijk in verhouding tot de bevolking meer parlementariërs zijn dan in Nederland.

„Ik stel dit alles niet (alleen) om u te overtuigen van nut en noodzaak van het huidige aantal zetels, maar om u ervan te doordringen dat maatregelen die op het eerste gezicht lijken te leiden tot efficiëntie, dit lang niet altijd daadwerkelijk bewerkstelligen. Het is dus zeer de vraag of met een dergelijk wetsvoorstel gewerkt wordt aan meer vertrouwen bij burgers”, zegt De Graaf in zijn toespraak.

Hij zet ook nadrukkelijk vraagtekens bij het voornemen van een meerderheid in de Tweede Kamer om de koningin buitenspel te zetten bij de kabinetsformatie en zelf de regie te nemen. „Het beeld is dat deze wijziging zorgt voor een meer democratische en transparante procedure, maar men kan zich afvragen of dit ook daadwerkelijk het geval zal zijn”, aldus De Graaf.