Volgens Heerts moet het polderoverleg in de SER met werkgevers, vakbonden en deskundige kroonleden „weer relevant en zinvol worden voor iedereen”. Daarbij bedoelde de vakbondsvoorman dat de raad ook voor meer partijen relevant moet worden. Vooral gemeenten moeten volgens hem meepraten in het belangrijke adviesorgaan van het kabinet, omdat de lokale overheden belangrijke spelers zijn in het inkomensbeleid en op de arbeidsmarkt.

Wat de FNV betreft, gaat er volgens Heerts de komende tijd juist minder mankracht naar de SER. Hij noemde zijn vakbeweging een beweging in beroering. „En dat zal nog een tijdje zo blijven”, aldus de interim-voorzitter. Hij zei al eerder dat de FNV er nog niet klaar voor is om veel tijd te steken in sociaal overleg met werkgevers en de politiek.

De FNV raakte vorig jaar hevig intern verdeeld, toen voorzitter Agnes Jongerius een pensioenakkoord sloot met kabinet en werkgevers. Sindsdien is de vakcentrale bezig zichzelf opnieuw uit te vinden.