Centrum voor Israëlstudies viert tienjarig bestaan
EDE – „Luisteren naar de levende Joodse traditie” – dat typeert volgens directeur dr. M. C. Mulder het Centrum voor Israëlstudies (CIS). Met een conferentie vierde het CIS donderdag zijn tienjarig bestaan.
Tijdens de bijeenkomst, in het gebouw van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), sprak prof. Moshe Silberschein, rector van een hoog aangeschreven rabbijnenopleiding in Jeruzalem, over de actuele betekennis van de sabbat „in een gestreste samenleving.” Verder was er een drietal workshops, waarbij onder andere een midrasj (Joodse uitleg van een Bijbeltekst) werd gelezen en sabbatsliederen (”zmirot sjabbat”) werden gezongen onder leiding van de rabbi.
De invulling van het jubileum is typerend voor het CIS, vertelt directeur dr. M. C. Mulder, die ook werkzaam is als gastdocent judaïca aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn (TUA). „Het gaat ons voor alles om de dialoog, het van elkaar leren, de wederzijdse ontmoeting van kerk en Israël.”
Het CIS is een samenwerkingsverband tussen de christelijke gereformeerde deputaten voor Kerk en Israël, de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) en de CHE. Aanleiding voor de oprichting was destijds de afnemende kerkelijke betrokkenheid bij Israël, aldus dr. Mulder. „De manier waarop Israël politiek in het nieuws was, deed de zaak van geestelijke verbondenheid geen goed. Israël kent de Heere en leeft met een groot gedeelte van het Woord. Het is anders dan andere volken. Maar er werden beslissingen genomen waar niemand blij van werd, aan beide kanten niet.”
In het brede spectrum van organisaties die zich bezighouden met de relatie van kerk en Israël wordt het CIS gekenmerkt door een houding van „luisteren”, (diaconaal) „dienen” en „getuigen”, zo typeert de website. De Israëlconsulent (sinds juni dit jaar ds. A. Brons te Jeruzalem) bevindt zich allereerst op een „luisterpost.” De ontmoeting moet volgens het CIS in het teken van „theologisch en historisch gefundeerde ootmoed” staan, vanwege de „diep tragische geschiedenis van vervreemding tussen kerk en Israël.” Toch mag de christelijke identiteit niet verloochend worden en zal het getuigenis van Jezus Christus in de ontmoeting klinken. Uitgangspunten zijn „geen vervangingstheologie” en „geen tweewegenleer.”
Hoe werkte dat de afgelopen jaren in de praktijk?
Dr. Mulder: „We spreken op zo’n manier met elkaar dat er iets van wederkerigheid plaatsvindt. Wij van onze kant verloochenen op geen enkele manier ons christen-zijn, maar willen tegelijk luisteren naar wat er vanuit de Joodse traditie tegen ons gezegd wordt. Van Joodse kant gebeurt precies hetzelfde. We zien dat het verbond niet is opgezegd, maar tot op de dag van vandaag bestaat. Dat is de basis om van elkaar te leren.”
Volgens de docent, die in 2010 promoveerde op een onderzoek naar het ”Israëlhoofdstuk” Romeinen 10, geeft deze positie wel eens spanningen met andere organisaties. „We vinden het jammer dat er veel gefocust wordt op de politieke situatie en weinig wordt nagedacht over wat de geestelijke verbondenheid betekent. Het CIS is daarin toch wel uniek. Dat rabbi Silberschein nu bij ons komt spreken bekrachtigt een traditie die we zo al jaren hebben.”
Het duurde behoorlijk lang voordat de nieuwe consulent, ds. Brons, zijn visum kreeg. Is er in Israël toch argwaan tegen het werk van het CIS? Dr. Mulder: „Die argwaan richt zich niet specifiek tegen het CIS. De minister van Binnenlandse Zaken in Israël, Eli Yishai, komt uit de religieuze Shaspartij en doet er alles aan om het aantal christenen in zijn land te verminderen. Omdat onze consulent geen kerk in Jeruzalem achter zich heeft staan is het makkelijker om hem dwars te zitten. Maar het ligt echt niet aan het CIS. De ambassadeur in Nederland gaf aan dat hij erg blij is met het werk dat we doen.”
Tijdens de conferentie vandaag werd de ambitie uitgesproken dat het centrum wil doorgroeien naar een kenniscentrum en meer partners bij het werk wil betrekken. Het wil onder andere meer studieontmoetingen met rabbinale instituten organiseren, zelf nadere studie doen, reizen organiseren en diaconale ondersteuning aan zowel Joden als Palestijnen bieden. Richting kerk en samenleving is het een speerpunt om „correcte informatie” te verschaffen, „die polarisatie tegengaat en bijdraagt aan de dialoog, aan gerechtigheid en aan verzoening van Joden en Palestijnen.”
Ziet u ook resultaten van het werk?
„Dat is moeilijk te zeggen, maar de studiereizen naar Israël zijn op de CHE tegenwoordig altijd direct volgeboekt, terwijl dat in het begin niet zo was. We hebben ook vijf gedegen studies op tafel gelegd waardoor de bekendheid van het werk sterk gegroeid is. Binnen de CGK is er niet zo heel veel veranderd, daar is het gevoel van verbondenheid gelukkig altijd gebleven. Israël blijft het volk van de Heere en we hopen dat dit steeds breder gevoeld mag worden.”