Voedselveiligheid kan beter
De voedselveiligheid staat ondanks een flinke reeks voedselschandalen in de afgelopen jaren niet direct onder druk, maar kan toch nog beter. De professionaliteit en de mentaliteit van de diervoederbranche zouden groter moeten worden. De overheid moet scherper toezicht houden. Het opleggen van boetes zou mogelijk moeten worden.
Dit zijn enkele aanbevelingen uit een woensdag in Den Haag verschenen onderzoeksrapport, getiteld Voer tot Nadenken. De Tweede Kamer gaf daar in februari de aanzet toe naar aanleiding van de MPA–affaire. In de zomer van 2002 moesten zeker 20.000 varkens worden afgemaakt, omdat ze voer met het verboden hormoon MPA, een anticonceptiemiddel, hadden gekregen.
De onderzoekers doken ook in andere incidenten, de term die zij voor de affaires gebruiken zoals met dioxinekippen (1999). Deze zaak veroorzaakte in België veel ophef en leidde tot een historische verkiezingsnederlaag voor de Vlaamse christen–democaten.
Het rapport is relatief mild voor de Nederlandse diervoedersector, waarin ongeveer tweehonderd bedrijven actief zijn. Tien grote bedrijven nemen echter veruit het grootste deel (90 procent) van de productie voor hun rekening. De meeste fabrikanten gaan „zeer professioneel" om met kwaliteit en veiligheid, maar dat geldt niet voor alle. Gezien de kennis en kunde bij sommige bedrijven is het de vraag, in hoeverre zij zich bewust zijn van en kunnen omgaan met de risico’s bij de productie van diervoer, aldus het rapport.
De sector kent sinds 1992 een GMP–kwaliteitssysteem. GMP staat voor Good Manufacturing Practice. Het rapport pleit ervoor de eisen voor GMP–erkenning te verzwaren en het systeem, waaraan de deelname vrijwillig is, wettelijk en dan in Europees verband op te leggen.
Het systeem is namelijk zo sterk als de zwakste schakel. De sector staat zo onder druk dat sommige bedrijven „bewust dan wel onbewust" de marges zoeken. Dat is wellicht de reden dat veevoerbedrijven soms zaken doen met niet–GMP–erkende bedrijven. Bij de MPA–affaire was hiervan sprake
Overigens tekenen de onderzoekers hier bij aan dat de GMP–regeling gemakzucht in de hand werkt. Afnemers vinden zo’n erkenning doorgaans genoeg. „Een gezond wantrouwen ontbreekt in die gevallen."
LET OP E M B A R G O