„Nederland betaalt mee aan opblazen van kinderen”
AMSTERDAM – „Nederland geeft 50 miljoen euro per jaar aan de Palestijnse Autoriteit. Daarvan gaat 6 miljoen naar terroristen die kinderen opblazen voor een salaris van 2300 euro per maand. Dat begrijp ik echt niet.”
CU-Kamerlid Voordewind haalde woensdagavond in Amsterdam, tijdens het CIDI-debat over Israël en het Midden-Oosten, scherp uit naar onder andere zijn collega Van Bommel van de SP. Die stelde dat Nederland niet heen kan om onderhandelingen met Hamas, omdat deze organisatie „zó’n dominante positie” in het Midden-Oosten heeft.
Ook PvdA’er Timmermans schaarde zich in dat koor. „Nederland moet de eenzijdige steun aan Israël stoppen.” Sjoerdsma, kandidaat-Kamerlid voor D66: „Een zelfstandige staat voor Israël kan geen voorwaarde vooraf zijn.” PVV’er De Roon: „Wij maken heldere keuzes. De enige echte democratische rechtsstaat in het Midden-Oosten is Israël.”
Ook over het uiteindelijke resultaat van de Arabische lente waren de politici verdeeld. De Roon: „Landen als Tunesië, Egypte en Libië zakken weg in een islamitische nachtmerrie.” Sjoerdsma: „Jarenlang hebben westerse landen deze regimes gesteund. En nu cynisch doen? Dat is hypocriet.”
Voordewind: „Wat doen we met Saudi-Arabië? Vrouwen hebben er geen rechten. Ze mogen niet eens autorijden. Nieuwslezers verschijnen met een hoofddoek op televisie.” Hij waarschuwde ervoor dat „zelfs in een democratie de meerderheid rechten kan ontnemen van minderheden. Vergelijk Hitler. Hij kwam ook democratisch aan de macht.”
Ten Broeke (VVD) noemde zijn partij „een vriend van Israël, maar wel een die het land durft aan te spreken op zaken die niet goed zijn. We moeten niet wegkijken voor de fouten die Israël maakt, zoals het nederzettingenbeleid.” Voordewind: „Er wás een bouwstop, maar de raketten bleven neerkomen op Gaza.” Schermers: „Het CDA wil een goede relatie met beide partijen houden.”
