Europa dankt pioniersrol aan christelijk geloof
Titel:
”De ontdekking van Europa. Een geschiedenis van de toekomst”
Auteur: Mark Heirman
Uitgeverij: Houtekiet, Antwerpen, 2003
ISBN 90 524 0703 7
Pagina’s: 236
Prijs: € 19,95. De Vlaamse filosoof en publicist Mark Heirman is een terzake kundig auteur, op de hoogte van veel actuele ontwikkelingen in de Europese politiek. In zijn boek ”De ontdekking van Europa. Een geschiedenis van de toekomst” komen verschillende facetten op een heldere wijze aan de orde. Een boeiend, vlot geschreven boek.
Deze publicatie is een aanrader voor wie meer wil weten over de geschiedenis van Europa. Het boek maakt de lezer op een frisse manier duidelijk waarom er zo veel haken en ogen aan de Europese samenwerking zitten. Zonder overigens dat die lezer vermoeid wordt door allerlei details.
Aan Heirmans visie op de Europese geschiedenis ligt echter wel een uitgangspunt ten grondslag dat ik volstrekt niet deel. Het seculiere verlichtingsdenken straalt de lezer vanaf welhaast elke bladzijde tegemoet. Dit gedachtegoed leidt tot de stellingname dat na de spreekwoordelijke donkere Middeleeuwen men vanuit de Europese landen de wereld begint te ontdekken. Vooral daardoor, en nadat de secularisatie in de twintigste eeuw ver genoeg gevorderd was, kon Europa zichzelf (her)ontdekken, aldus Heirman. Een eenvoudige, aantrekkelijke en logisch klinkende redenering. Maar zij is bijvoorbeeld in strijd met de breed gedeelde opvatting in de jaren ’50 dat de Europese eenwording een project van vooral rooms-katholieken was. Niemand minder dan bijvoorbeeld dr. W. Drees was hiervoor beducht. Daarom mocht mr. J. Luns aanvankelijk niet de Europese samenwerking namens Nederland behartigen.
Heirmans centrale redenering luidt in het kort als volgt: De godsdiensttwisten na de Middeleeuwen verdeelden Europa. Volgens het Augsburgse compromis ”Cuius regio, eius religio” (wiens gebied, diens geloof), bepaalde iedere vorst welke religie in zijn gebied was toegestaan. Na een aantal bloedige, door nationalisme ingegeven oorlogen, kwam dankzij de opkomst van de secularisatie weer een zekere eenheid in Europa tot stand.
Verlichting
Uit Heirmans betoog volgt dat het nationalisme is voortgekomen uit de verschillen in godsdienst. Dat is pertinent onjuist. Het ideologische nationalisme is namelijk een gevolg van de Verlichting en de daarop volgende revoluties aan het eind van de achttiende eeuw en in de eerste helft van de negentiende eeuw. Heirman noemt bijvoorbeeld in één adem het nationalisme van Napoleon, Hitler en Stalin. In dit rijtje horen Hitler en Stalin níét thuis - volgens hun universalistische ideologieën deden staatsgrenzen immers principieel niet terzake. Maar de Pruisische staatsman Bismarck hoort er daarentegen wél bij. Juist door zijn beroep op de absoluut gestelde Staatsräson stelde Bismarck het nationale belang van Pruisen bóven ethische beginselen, wat leidde tot de Duits-Franse oorlog in 1870-71. Niemand minder dan de historicus mr. G. Groen van Prinsterer (1801-1876) heeft reeds in zijn tijd de hoogmoed van Bismarck haarscherp doorzien en de ontwrichtende gevolgen ervan voor álle Europese landen aangewezen.
In tegenstelling tot Heirmans denktrant, stel ik op grond van de geschiedenis en de algemeen menselijke ervaring vast dat het principe van de seculiere menselijke autonomie geen deugdelijke basis biedt voor een duurzame eenheid waarin een diversiteit aan Europese volkeren kan bestaan. Zij leidt uiteindelijk tot nihilisme en materialisme, twee intolerante ’gelijkmakers’ bij uitstek. Zij dwingt hoogstens een kunstmatige eenheid af, waarbij de persoonlijke vrijheid op het altaar van de gelijkheidsideologie wordt opgeofferd. Er gelden immers geen universele ethische normen die uitstijgen boven het nationale of het Europese belang.
Christendom
Een duurzame garantie voor verscheidenheid én intrinsieke eenheid is daarom alleen mogelijk wanneer overheden en mensen de autoriteit van God, de Schepper van deze wereld, erkennen en zich wél laten gezeggen door de waarden en normen die vanuit de bijbelse geboden en beloften tot ons komen. Beslissende waarden zoals de persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van ieder mens, de gelijkheid van allen voor de wet, klassieke grondrechten en sociale markteconomie zijn ondenkbaar zonder de cultuurscheppende invloed van het christendom, ten onzent het protestantisme in het bijzonder.
Uiteraard zijn hierin ook invloeden van het Griekse denken en het Romeinse recht aanwezig, naast de flexibele aanpassingen aan de regionale context van Keltische, Germaanse, Romaanse, Skandinavische en Slavische culturen. Het christelijk geloof is immers niet cultuurvernietigend, maar werkt hervormend en vernieuwend door in een bestaande cultuur. De ontwikkeling in de zendingswetenschap brengt dit bijvoorbeeld duidelijk aan het licht.
De pioniersrol die Europa in de wereldgeschiedenis heeft vervuld, dankt zij eerst en vooral aan de centrale invloed van het christelijk geloof op het denken en doen van de Europeanen. Uiteraard ging dit gepaard met vallen en opstaan, trial and error. Europa of de Europese Unie kan die pioniersrol alleen blijven vervullen wanneer zij zich schatplichtig weet aan de afkomst van Europa en de verbinding met haar belangrijkste spirituele bron in stand houdt.
Onbeschermd
De discontinuïteit in de Europese historie, die volgens Heirman heeft geleid tot de herontdekking van Europa, zal mijns inziens de Europese Unie op termijn ontwrichten of marginaliseren. Zij stelt de zoekende mens onbeschermd bloot aan de kille, gure stormwind van materialisme en nihilisme, zonder een betrouwbaar kompas dat de goede richting wijst. Intussen laat dit fundamentele verschil van inzicht onverlet de verdiensten van Heirmans pennenvrucht: informatief, inzichtelijk en intrigerend.