Groen & duurzaamheid

Zandeiland tegen zouter Haringvliet

Boeren in de regio houden hun hart vast: door de uitvoering van het Kierbesluit dreigen ze een brak Haringvliet voor de deur te krijgen. Ingenieursbureau Grontmij heeft mogelijk een oplossing in huis. Het bracht onlangs zijn concept ”Balance Island” naar buiten, een eiland dat het zoute water grotendeels tegenhoudt.

6 September 2012 06:46Gewijzigd op 14 November 2020 23:01
Foto Grontmij
Foto Grontmij

Een soort waddeneiland voor de monding van het Haringvliet? Volgens Sander van Rooij, kustdeskundige bij ingenieursbureau Grontmij, is dat een goed idee. Ook deskundigen zijn er enthousiast over en Van Rooij sleepte er net voor de zomervakantie twee vakprijzen mee in de wacht.

Het eiland is vrij gemakkelijk te realiseren. „Twee jaar geleden ontdekten we dat er voor het Haringvliet een soort eiland was gevormd dat alleen met vloed nog onderloopt. Om er een echt eiland van te maken, hoeft het alleen nog maar opgehoogd te worden. Wegspoelen zal het niet een-twee-drie; het is stabiel, want het ligt er al.”

Het Kierbesluit gaf de ideeën van Van Rooij een impuls. „Met het ”Balance Island”, voor de monding, zouden we de zee kunnen tegenhouden en een estuarium, een permanent brak binnenwater, kunnen creëren tussen het eiland en de sluizen. Daar vermengen zout zeewater en gespuid zoet water uit het Haringvliet zich.” De kustexpert verwacht dat het water dat door de sluizen het Haringvliet binnenstroomt, daardoor 30 procent minder zout bevat.

Zijn eiland van zand sluit bovendien naadloos aan bij het populaire principe ”Bouwen met natuur”: de natuur het werk laten doen. „Langs de hele Nederlandse kust gebruiken we zand. Het is goedkoop, blijft redelijk op zijn plaats en, niet onbelangrijk: het beweegt mee met het natuurlijke systeem. Zo vreet harde storm grote happen uit de kust, maar na enige tijd is er niets meer van die aantasting te zien. En wij hebben dat zand echt niet teruggeschept.”

Getij en golven vegen zand uit de zee als het ware weer op en dumpen het voor zeearmen aan de Nederlandse kust. „Voor het Haringvliet komt er zo 2,1 miljoen kubieke meter per jaar bij”, weet Van Rooij.

Verzilting

Als gedachte-experiment was het dan wel interessant, maar wat moest je met zo’n eiland? Nut en noodzaak ontbraken twee jaar geleden nog volledig, legt de kustexpert uit.

Dat veranderde echter toen het kabinet vorig jaar besloot het zogeheten Kierbesluit uit 2000 na veel wikken en wegen toch maar uit te voeren. De sluizen in het Haringvliet staan daardoor open bij eb en op een kier bij vloed. Het zoute water krijgt de kans het zoete Haringvliet binnen te stromen, waardoor vissoorten als zalm en steur vanuit zee de Rijn en de Maas op kunnen trekken.

Boeren in de regio zijn beducht voor de gevolgen van het Kierbesluit, vertelt Hans Biemond, akkerbouwer in de Zuiderdieppolder bij Dirksland. „Het Haringvliet is een perfecte zoetwatervoorraad om ons door droge jaren heen te helpen, maar die wordt nu van alle kanten bedreigd. Behalve het Kierbesluit hebben we ook te maken met verzilting vanuit het brak wordende Volkerak-Zoommeer. Daarnaast komt zout zeewater in het Haringvliet terecht via de Nieuwe Waterweg als de rivieren ’s zomers weinig water aanvoeren. We zijn er niet gerust op.”

Terecht, denkt Van Rooij. „In het Kierbesluit is bepaald dat het Haringvliet tot aan Middelharnis brak mag worden.” Het gevolg is dat de waterinlaten voor drinkwaterwinning en landbouw een heel eind landinwaarts moeten verhuizen. Volgens Biemond is het de vraag of die oplossing gaat werken wanneer ook nog eens brak water vanuit het oosten het Haringvliet binnenkomt.

Geconfronteerd met het plan van Grontmij geeft Hans Biemond aan dat het zoutgehalte van het binnenstromende water ook dan nog veel te hoog is. Hij waardeert het wel als het eiland ertoe zou leiden dat niet Middelharnis de grens wordt tussen brak en zoet, maar bijvoorbeeld Stellendam, een plaats die veel westelijker ligt.

Van Rooij stelt dat het ”Balance Island” er ook voor zorgt dat het Slijkgat door de krachtiger eb-en-vloedstroming minder zal verzanden. Deze diepe geul voor de kust van Goeree-Overflakkee moet nu nog geregeld worden uitgebaggerd om de vissershaven van Stellendam toegankelijk te houden. Ook hoeft de kust van Voorne minder vaak opgespoten te worden.

Te laat

Toch verwacht de kustexpert niet dat zijn idee zomaar zal worden uitgevoerd. De 42 miljoen euro die de gevolgen van het Kierbesluit moest compenseren, is inmiddels verdeeld. „Er is tegen ons gezegd: „Jullie hadden eerder moeten zijn.” Maar toen speelde het verziltingsprobleem nog niet.”

Van Rooij presenteert zijn 31 miljoen euro kostende eiland daarom als een duurzame aanvulling op het Kierbesluit. „Het kan op termijn landbouw, recreatie en waterbeheer ten goede komen. Maar ik vrees dat er in deze barre economische tijden niet zomaar geld voor vrijkomt. Temeer omdat de overheid meestal kiest voor kortetermijnoplossingen: elke vier jaar weer wat anders.”

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu beaamt desgevraagd de toezegging van staatssecretaris Atsma (Milieu) dat de agrarische sector er door het Kierbesluit niet op achteruit mag gaan. Ook het ”Balance Island” is bekend bij het ministerie. „Als we daar wat mee gaan doen, moet het opgenomen worden in het Deltaprogramma”, aldus de woordvoerder.

Margriet Bokhorst van het Deltaprogramma kan echter nog niet zeggen of haar organisatie iets met de voorstellen van Grontmij gaat doen. „Dat is nu nog te prematuur. Daarvoor moeten we nog heel wat onderzoek uitvoeren.”

Van Rooij signaleert wel dat de overheden langzamerhand meer oog krijgen voor zijn idee. „De twee prijzen hebben daar zeker aan meegeholpen; het besef groeit dat Nederland met zo’n eiland een innovatief exportproduct in handen heeft. Ook een stad als Sjanghai ligt aan een delta. De Chinese havenstad is voor zijn watervoorziening erg afhankelijk van de rivier de Jangtze, waarvan de monding steeds verder verzilt door de stijgende zeespiegel. Een eiland voor die delta zou ook daar de verzilting kunnen beperken.”


Sluizen op een kier

Met de afsluiting van het Haringvliet in 1970 is een groot deel van de Zuid-Hollandse eilanden beschermd tegen overstromingen. De zeearm veranderde daardoor in een grote zoetwaterbuffer voor de regio. Drinkwaterbedrijven en agrarische bedrijven maakten er dankbaar gebruik van.

De laatste decennia is er echter ook meer oog gekomen voor de nadelen. De natuurlijke overgang tussen de zee en de grote rivieren is verdwenen; vissoorten zoals steur, zalm en zeeforel stuitten er op een ondoordringbare barrière van beton en staal. De Rijn en de Maas waren voor de dieren onbereikbaar.

Na internationale afspraken heeft de Nederlandse overheid in 2000 besloten de Haringvlietsluizen ook bij vloed op een kier te zetten, het zogeheten Kierbesluit. Door het ontbreken van draagvlak schoof de overheid de uitvoering van het besluit keer op keer voor zich uit. Maar sinds 14 juni 2011 kunnen vissen weer vanuit zee de rivieren optrekken en is de geleidelijke overgang tussen zoet en zout water hersteld. Rijkswaterstaat beheert de sluizen, en regelt dat het brakke water niet verder komt dan Middelharnis.

Volgens de Flakkeese akkerbouwer Hans Biemond is het echter volstrekt onduidelijk of het Kierbesluit oplevert wat de bedenkers ervan voor ogen hadden. In het sluizencomplex van de Haringvlietdam waren namelijk eerder manshoge vistunnels aangebracht. Vissen zouden daarvan echter nauwelijks gebruikmaken, beweert Biemond.

Desgevraagd legt Rijkswaterstaat uit dat het gaat om zes betonnen kokers van ongeveer 1,5 bij 2 meter in de pijlers van de spuisluizen, zo’n 5 meter onder water. Uit het rapport ”Vismigratie in de Rijn-Maasdelta” (2011) van Rijkswaterstaat blijkt inderdaad dat slechts enkele tientallen zalmen en zeeforellen er gebruik van maken. De grote vraag of de vissen er meer baat bij hebben wanneer de sluizen op een kier staan, blijft vooralsnog onbeantwoord.

Sander van Rooij van ingenieursbureau Grontmij weet dat het Wereld Natuur Fonds de sluizen het liefst helemaal open zou willen zetten. „In dat geval zou er vijf keer zo veel zoutwater binnenkomen dan nu de bedoeling is met het Kierbesluit. Je herstelt dan de situatie van 1940 met brak water tot aan de Biesbosch.” De vraag is echter of dat nog kan. Van Rooij: „Het watergebruik is in de tussentijd drastisch veranderd. Ook zullen de dijken dan allemaal weer volledig zeewerend moeten worden gemaakt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer