Bisschop Luik vierkant achter besluit clarissenzusters over ex-vrouw Marc Dutroux
Bisschop Aloys Jousten van Luik was de eerste Belgische kerkleider die zich vorige week openlijk schaarde achter het besluit van de clarissenzusters uit Malonne om de ex-vrouw van Marc Dutroux, Michelle Martin, in hun midden op te nemen. „Ik zie hun beslissing als een oproep tot christelijk leven, ook aan mijzelf.”
Bisschop Jousten sprak vorige week van een „waarachtig christelijk getuigenis” van de zusters. „Een mens blijft een mens”, voegde hij daaraan toe.
De zaak-Dutroux is nog altijd een uiterst gevoelige open zenuw in de Belgische samenleving. De vervroegde voorwaardelijke vrijlating van Martin wekte de toorn van veel Belgen. Had zij niet willens en wetens kinderen dood laten gaan in de kelders van haar ex-man, Marc Dutroux? De volkswoede richtte zich in gelijke mate op het klooster dat haar wilde opnemen.
Bisschop Jousten kon dus weten dat hij zich met zijn uitspraken in een wespennest begaf. En kritiek bleef niet uit. Ook van meelevende kerkmensen kreeg de 75-jarige kerkleider boze brieven. „Ik kan dat wel begrijpen”, peinst hij in zijn uiterst sobere werkkamer in het bisschoppelijk paleis van Luik. „Die hele affaire-Dutroux is ook iets verschrikkelijks geweest. Er bestaat een sterk spanningsveld tussen gevoelens van haat tegenover die vrouw en de christelijke belijdenis dat God niemand laat vallen.”
Hij noemt de beslissing van de zusters „uiterst moedig.” „Om eerlijk te zijn”, zegt hij, „ik weet niet of ikzelf de kracht had gehad om die beslissing te nemen. Ik zie het dan ook als een oproep aan mijzelf. Hoe ga ik met mensen om? In hoeverre doortrekt het Evangelie mijn denken, spreken en handelen? Ik vind het besluit van de zusters iets profetisch hebben.”
De bisschop denkt dat veel Belgen „diep in hun hart” wel aanvoelen dat de beslissing van de zusters „in de geest van het Evangelie” was. „Met de tijd zullen velen denk ik zelfs openlijk erkennen dat hun besluit goed was. Deze manier van handelen is toch de enige weg waarop de wereld vooruit kan komen. Denk eens aan landen als Zuid-Afrika, Congo, Rwanda. Hoe zou het daar verder moeten als alleen wrok en wraak het denken zouden bepalen?”
De kerk in België verkeert door de misbruikschandalen al in zwaar weer. Was u niet bang dat het imago van de kerk nog meer schade zou oplopen?
„Dat is zeker een punt. Ik denk dat de bisschoppenconferentie zich juist vanwege de misbruikschandalen terzijde heeft gehouden. Er zou maar al te snel het beeld kunnen ontstaan dat de kerk opnieuw zedendelinquenten de hand boven het hoofd houdt.
Sommige kerkmensen hebben mij ook gezegd dat ik beter had kunnen zwijgen. En ik moet zeggen dat ik me ook min of meer bij toeval over de zaak heb uitgesproken. Een lokaal radiostation uit Duitstalig België interviewde me vorige week zondagmorgen in een katholiek programma en vroeg me als laatste wat ik eigenlijk van de opname van Martin door de clarissen vond. Daar heb ik toen op geantwoord, in plat Duits nota bene. Een grotere Belgische omroep heeft dat echter opgepikt en toen doken mijn uitspraken overal op.”
Heeft u er spijt van zich uitgesproken te hebben?
„Nee, nee, ik sta er volledig achter. Maar het laat me niet onverschillig. Het raakt me diep als de kerk weer de indruk zou wekken dat we misdaden onder het tapijt willen schuiven. Zo wordt er echter wel op gereageerd. Maar dat is hier totaal niet aan de orde.”
Was het besluit van de zusters eigenlijk afgestemd met de kerkleiding?
„Nee, dat is hun eigen, zelfstandige besluit geweest. De bisschoppen hebben daar niets over te zeggen.”
Door de secularisatie zijn begrippen zoals schuld en vergeving in de samenleving meer op de achtergrond geraakt. Ziet u een verband met de hevige reacties op het besluit van de zusters?
„Ik denk niet dat het met de secularisatie te maken heeft. Het gaat om diep menselijke reacties. Dat is onder christenen niet anders. Het Evangelie moet vlees en bloed worden in onszelf, in ons handelen. Dat is altijd moeilijk geweest, in al die 2000 jaar christendom. Sommige christenen prezen mijn reactie, maar een kerklid schreef me ook: Zo’n vrouw mag eigenlijk niet meer leven.
Ik geloof echter dat het Evangelie ons voorhoudt nooit de hoop te verliezen voor een mens. In ieder mens, hoe diep ook gevallen, blijft nog iets goeds dat zich kan ontwikkelen. Daarom is de afschaffing van de doodstraf ook een stap vooruit voor de mensheid. Het gebod zegt: Gij zult niet doden. De positieve boodschap daarvan is dat we nooit moeten wanhopen aan de toekomst van iemand.”
De kerk speelde in de kwestie hoe dan ook weer even een rol in het maatschappelijk debat. Intussen wordt ze ook in België steeds marginaler. Hoe ziet u de toekomst van de kerk in België?
„Die is overal hetzelfde. We zullen terug moeten naar het Evangelie, dat weer ontdekken als waarlijk blijde boodschap en goed nieuws. Ik bemerk te vaak dat de nadruk ligt op de leer en de moraal en te weinig op het Evangelie als levensboodschap, als ontmoeting met de Levende Zelf. In het zoeken naar die ontmoeting ligt de enige toekomst voor de kerk.”
Hoe vertaalt zich dat naar de praktijk?
„Ik zie bijvoorbeeld toekomst voor kringen waarin men het Woord bestudeert en daarover met elkaar spreekt. Daar kan iets uit ontstaan. Daarnaast spelen natuurlijk ook de sacramenten een rol, maar het is vooreerst belangrijk dat we weer weten wat het christendom eigenlijk betekent.”
Wat betekent het?
„Dat God ons bemint, zelfs zozeer dat Hij Zijn Zoon gezonden heeft. Tijdens Zijn rondwandeling op aarde heeft Hij mensen aangeraakt, zodat ze weer opstonden. Dat wil God ons nog altijd schenken. Als we daar werkelijk weer uit gaan leven, ontstaat er naar mijn overtuiging een gemeenschap die uitstraling heeft. Wellicht dat mensen ons dan weer zullen vragen wat ons drijft. En dan kunnen we als bij Johannes zeggen: Kom en zie, kom maar eens ervaren wat het is.”
Veel Belgen zullen zeggen de kerk bepaald niet nodig te hebben voor een gelukkig leven.
„Dat mensen de kerk niet nodig denken te hebben, dat is te begrijpen, hè. Zo’n geweldige uitstraling hebben we niet gehad. Het is voor de kerk belangrijk heel nederig te zijn om weer geloofwaardig te worden. Ik denk dat de Heer ons iets wil zeggen met de huidige malaise van de kerk, namelijk dat we ons werkelijk moeten laten veranderen door Zijn Geest. Dat we Zijn geboden weer voorleven als woorden van vrijheid in plaats van als starre leefregels.”
U zei bij uw aantreden als bisschop, in 2001, dat de kerk weer profetisch moet leren spreken. Maar strijkt dat niet sowieso veel mensen tegen de haren in?
„Als de kerk ziet dat bepaalde waarden uit de samenleving dreigen te verdwijnen, zal ze haar stem moeten laten horen. Het is echter belangrijk dat we uitleggen waarom we bepaalde dingen leren als kerk, zoals over voorbehoedmiddelen en euthanasie. Het gaat er maar niet om de mensen eens lekker dwars te zitten, integendeel.”
U riep er onlangs toe op het geweld in de media aan te pakken.
„Ik vind het onbegrijpelijk dat we enerzijds constateren dat geweld zo veel schade berokkent en het tegelijkertijd zo overvloedig tonen. Als je ziet welke films er op onze televisie worden vertoond, dat is toch niet serieus te nemen? In die hele misbruikkwestie geldt iets soortgelijks. Als er zo veel open en bloot te zien is in de media, dan stimuleert dat toch dergelijke excessen?”
Het zal velen toch weer verdacht moralistisch in de oren klinken.
„Ik geloof dat veel mensen dergelijke dingen ten diepste wel aanvoelen. We zullen als kerk echter voortdurend duidelijk moeten maken dat het in het geloof om het welzijn van de mens gaat. Dat geldt toch ook van het besluit van de zusters.”