Cultuur & boeken

Kuierwandelingen door de cultuur

Titel:

K. van der Zwaag
10 September 2003 13:31Gewijzigd op 14 November 2020 00:33

”De geschiedenis van het denken. Filosofie, wetenschap, kunst en cultuur van de Oudheid tot nu”
Auteur: André Klukhuhn; uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2003; 652 blz.
ISBN 90 351 2546 0
Pagina’s: 652
Prijs: prijs € 32,50. Een dik boek over de ontwikkeling van de westerse cultuur. Dat is samengevat het resultaat van de schrijver André Klukhuhn. Hij typeert zich als iemand die „vrijwel niets van bijna alles” weet, dit in onderscheid van zijn gespecialiseerde collega’s, die „vrijwel alles weten van bijna niets.”

Wat opvalt in deze studie, is de brede aanpak. In dit opzicht lijkt het boek op ”De verdwijnende hemel” van prof. H. W. van der Dunk, en op Peter Conrads ”De metamorfose van de wereld”. Alleen is in deze boeken de vertolking en de dwarsdoorsnede veel ingenieuzer en briljanter beschreven. Toch doet ook Klukhuhn een poging om de ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, literatuur en kunst in een onderlinge samenhang te beschrijven.

André Klukhuhn (1940) is scheikundige, filosoof en docent academische vorming. Hij wil met zijn boek een overzicht geven van de pogingen die de mens in de loop van de geschiedenis heeft gedaan om greep te krijgen op zijn omgeving. Het bezit van bewustzijn stelt ons in staat de schoonheid en de zin van de wereld te ervaren en dat in kunstwerken uit te drukken, maar het biedt ook de mogelijkheid om de wereld met wetenschappelijke en technische middelen te ordenen en naar onze hand te zetten.

In een zich steeds meer specialiserende wereld van de wetenschap, de kunst en de filosofie is het Klukhuhn alles waard om de grote verbanden vast te houden. Klukhuhn typeert zijn boek als een encyclopedisch boek en vraagt zich af of zijn opzet mogelijk is, gezien het feit dat er op het terrein van wetenschap, kunst en filosofie dagelijks meer bijkomt dan er jaarlijks samenvattend kan worden neergeschreven! Hij heeft de indruk dat er in de twintigste eeuw een adempauze is gekomen om een soort van tussenbalans op te maken.

Museum
De methode die hij gebruikt, is die van het gesprek. Hij maakt vooral gebruik van citaten. Dat is volgens hem als methode geoorloofd na het werk van Plutarchus en na de ”Essays” van Montaigne. „De cultuurgeschiedenis duurt immers al duizenden jaren en de meeste meningen en ideeën zijn al eens geformuleerd, en vaak ook góed geformuleerd.”

Het lezen van een rondom citaten opgebouwde tekst vergelijkt hij met het bezoek aan een museum: men kuiert wat door de gangen en zalen en overal hangen de zinsneden en uitspraken, al dan niet gesigneerd, ingelijst aan de muur. De samenhang van de uitspraken zal moeten blijken uit de volgorde. „Komen er in een zaal meerdere gangen uit, dan is er, zoals in een postmoderne roman wel gebeurt, ook een keuzemogelijkheid tot verschillende voortzettingen. Maar elke weg voert ten slotte wél naar de uitgang.”

Die uitgang is toch moeilijk te ontdekken, of het moet het slot van het boek zijn. Voor het zover is, passeert een adembenemend aantal onderwerpen de revue. Begonnen wordt met de grote lijn van de millennia en de eeuwwenden. Daarna worden de onderwerpen nader gepreciseerd. Klukhuhn behandelt de aspecten van hersenen en bewustzijn, de geschiedenis van wetenschap en kunst, de ontwikkeling van de moderne naar de postmoderne tijd, de wetenschapsfilosofie, Nietzsche, de verantwoordelijkheid van de wetenschap voor de praktijk (techniek als de nieuwe ’messias’, de bio-industrie etc.) en ten slotte worden de grote natuurkundige theorieën belicht.

Verrijking
Het is onmogelijk om het boek samen te vatten, aangezien het een beschrijving is van vele tientallen onderwerpen. De kracht van het boek is vooral de verrijking van de kennis. De hoofdstukken laten zich, zoals in elk handboek, goed afzonderlijk lezen. De schrijver gaat niet uit van een bijbelse visie op de schepping; hij gaat ervan uit dat „ongeveer achttien miljard jaar geleden” de extreme gebeurtenis plaatshad die „oerknal of big bang” genoemd wordt. Ongeveer 4 miljard jaar geleden zou volgens de auteur de aarde ontstaan zijn en 5 miljoen jaar geleden splitste de aapmens zich af van de chimpansees en ontwikkelde zich in de loop van de volgende miljoenen jaren tot de homo sapiens, de kennende en bewuste mens. We zijn volgens de schrijver uit de diepte van ons onbewuste bestaan opgedoken. Ondanks deze opmerkingen is het boek goed leesbaar en ligt, zoals gezegd, de kracht in het informatieve, minder dan in het synthetische.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer