Rinnooy Kan had moeilijke tijd bij de SER
DEN HAAG (ANP) – Na bijna 6 jaar voorzitter te zijn geweest, houdt Alexander Rinnooy Kan het donderdag voor gezien bij de Sociaal-Economische Raad (SER), om hoogleraar te worden aan de Universiteit van Amsterdam. Hij stelde eind vorig jaar het kabinet nog voor een luxeprobleem door te solliciteren naar de functie van vicevoorzitter van de Raad van State. Dat moest daardoor kiezen uit twee zwaargewichten die hun sporen verdiend hadden in bestuurlijk Nederland, want de andere kandidaat was CDA-minister Piet Hein Donner. Het kabinet koos uiteindelijk voor de bewindsman.
Toen hij vorig jaar zijn vertrek aankondigde, zei de 62-jarige Rinnooy Kan altijd al de hoop te hebben gehad aan het einde van zijn loopbaan terug te keren naar een academische omgeving. Maar mogelijk duikt hij binnenkort weer op in Den Haag, want binnen D66 geldt de bestuurlijk ervaren oude rot als uitstekende kandidaat om minister te worden in het volgende kabinet. In 1991 liet de scheidende SER-voorzitter zich ontvallen „snurkend lid” te zijn van deze partij.
Rinnooy Kan studeerde wiskunde in Leiden en econometrie in Amsterdam. In 1980 werd hij hoogleraar operationeel onderzoek in Rotterdam, om 6 jaar later de belangrijkste post te gaan bekleden bij de Erasmus Universiteit, rector magnificus. Ruim 10 jaar later werd hij voorzitter van de werkgeversorganisatie VNO. In 1996 maakte Rinnooy Kan de overstap naar het bedrijfsleven door toe te treden tot de raad van bestuur van het bank- en verzekeringsconcern ING.
Na 10 jaar ING ging de in Den Haag geboren Rinnooy Kan naar de SER, het adviesorgaan dat hij als werkgeversvoorzitter goed had leren kennen. Rinnooy Kan benadrukte steeds het belang van de Nederlandse overlegeconomie en keek met zorg naar de verwikkelingen rond het pensioenakkoord. Daarin stonden werkgevers en vakbonden lang lijnrecht tegenover elkaar. Toen toch een akkoord was bereikt, leidde dat tot een crisis bij de vakcentrale FNV. Eerder waren er in de SER al stevige ruzies geweest tussen vakbonden en werkgevers over de versoepeling van het ontslagrecht.
Rinnooy Kan heeft het dan ook niet makkelijk gehad bij de SER. In het tv-programa Buitenhof klaagde hij enkele maanden terug dat het kabinet het adviesorgaan te weinig heeft ingezet. Ook toonde hij zich kritisch over het niveau van het debat in Nederland, met zijn „tirannie van oneliners”.