Donderdag opent bondskanselier Gerhard Schröder de zestigste editie van de Internationalen Automobil-Ausstellung (IAA). De Duitse autobeurs verwacht tot 21 september maar liefst 850.000 bezoekers te ontvangen. Twee jaar geleden trok het evenement iets meer dan 800.000 bezoekers uit meer dan tachtig landen.

De IAA is daarmee niet de eerste de beste. Frankfurt staat samen met Tokio en Parijs in de autobeurzentop-3, zegt Kunibert Schmidt, directeur van de beursorganisatie. Gemakshalve ziet hij even de prestigieuze beurs van Genève over het hoofd. Genève mag dan kleiner qua oppervlakte zijn, de jaarlijkse beurs in Zwitserland is zeker zo toonaangevend.

Maar oké, met 215.000 vierkante meter tentoonstellingsruimte is de IAA de grootste ter wereld. Uit alle hoeken van de wereld komen naar schatting 10.000 tot 13.000 journalisten naar Duitsland om verslag te doen van de autoshow, onder het motto ”Faszination Auto”. In een straal van 40 tot 45 kilometer rond Frankfurt zijn dezer dagen alle hotels tot de nok toe volgeboekt.

In totaal telt de IAA 1000 standhouders uit 42 landen, waaronder 500 toeleveranciers voor de auto-industrie. De meeste komen uit Duitsland, Italië, Oostenrijk, Japan, de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië, China, Zwitserland, Zweden, Zuid-Korea, Spanje en Tsjechië.

„Het motto Faszination Auto onderstreept dat de auto tegenwoordig een hightechproduct is”, zegt Schmidt. „Een auto is voor de meeste mensen meer dan een middel om zich voort te bewegen. Het is een emotioneel product dat miljoenen mensen begeestert.”

De beurs biedt dit jaar ook het nodige aan nieuws. Een greep? Volkswagen presenteert de nieuwe Golf, Opel z’n nieuwe Astra. Volvo de S40, Mazda z’n 3, Fiat de Idea. BMW de X3 en de 6-serie coupé, Mercedes-Benz de Smart forfour en de SLR, een snelheidsmonster met vleugeldeuren. Seat z’n Altea, Citroën de C2. De Zuid-Koreanen onthulden dinsdag op de valreep nog een nieuwtje: het kleintje van Kia luistert naar de naam Picanto.

Autofabrikanten halen alles uit de kast om hun producten te presenteren. Duizenden en duizenden mappen met persberichten en persfoto’s flitsen over de toonbank. Michelin, Seat en Citroën delen trolleys op wielen uit om de enorme bulk mee te nemen. Het is de hopen dat de klapperende wieltjes onder de Michelin-kar niet maatgevend zijn voor de kwaliteit van zijn banden.

Bezoekers kunnen tijdens de beurs ook testrijden in auto’s. Verschillende fabrikanten stellen hun vierwielers beschikbaar om in het stadsverkeer uit te proberen. Verder kunnen beursgangers bij Nissan een off-the-roadparcours rijden, of een minislipcursus volgen op een parkeerplaats buiten.

De goed geoliede Duitse showmachine zorgt ervoor dat alles op rolletjes loopt. De negen dicht op elkaar gebouwde tentoonstellingshallen liggen door hun immense omvang toch nog zo ver uit elkaar dat op het terrein een permanente pendeldienst van zo’n tien bestelbusjes rondrijdt.

De Duitse politie heeft maatregelen getroffen om een verkeersinfarct in Frankfurt te voorkomen. „We verwachten tijdens de beursdagen in totaal ten minste 200.000 auto’s”, aldus de politie. Voor bussen zijn 250 plaatsen gereserveerd. Automobilisten worden naar een grote parkeerplaats aan de rand van het centrum gedirigeerd. Van daaruit worden ze -gratis- met bussen vervoerd. Ook de S-Bahn vervoert IAA-passagiers uit de stad kosteloos naar het centrum.

De eerste twee dagen van de IAA (8-21 september) zijn bestemd voor de pers. Donderdag en vrijdag zijn speciaal gereserveerd voor mensen uit het vak. Zij betalen daar dan ook het lieve sommetje van 42 euro per persoon aan intree voor. Vrijdag beginnen de publieksdagen. De IAA vraagt 13 euro intree per persoon op werkdagen en 15 euro in het weekend. Studenten en gehandicapten krijgen korting.