Risico’s diervoeder moeten aangepakt
De voedselkwaliteit staat niet zonder meer onder druk, ondanks verschillende risicofactoren in de diervoerderketen. Die risico’s moeten wel worden aangepakt.
Dat concluderen de onderzoeksbureaus Research voor Beleid en Q-Point BV in hun rapport ”Voer tot nadenken”. Dit rapport over de veiligheidsrisico’s in de diervoederketen is woensdag overhandigd aan Tweede-Kamervoorzitter Weisglas.
Aanleiding voor het onderzoek was het incident in juni 2002 inzake het met MPA-hormoon besmette diervoeder. De Tweede Kamer heeft daarop op voorstel van de vaste commissie voor landbouw, natuur en voedselkwaliteit onderzoek laten doen naar de complexiteit van de diervoederketen.
Research voor Beleid en Q-Point BV schrijven dat de diervoederketen te maken heeft met een aantal risicofactoren. Zo is diervoeder een complex product met een zeer diverse samenstelling. Verder is de markt voor diervoeder onvoldoende transparant en is de wet- en regelgeving in de praktijk niet geheel waterdicht. De professionaliteit en de mentaliteit van de diervoederketen zijn de meest zwaarwegende risicofactoren, vinden de onderzoekers. Ze concluderen dat de meeste bedrijven zich weliswaar aan de regels houden, maar dat ongeveer 5 procent van de ondernemingen dat niet doet. Wellicht is dat te wijten aan de lage pakkans bij overtreding van de regels.
Desondanks schuilt het grootste gevaar voor de voedselveiligheid niet in deze risicofactoren. Het type verontreiniging en de concentratie daarvan is veel gevaarlijker. Harde wetenschappelijke gegevens over het verband tussen dergelijke verontreinigingen en de gevolgen voor de voedselveiligheid zijn slechts mondjesmaat aanwezig, schrijven de onderzoekers.
In de toekomst moet de professionaliteit van de diervoederbranche worden vergroot en moet de mentaliteit van de sector worden verbeterd, vinden de onderzoekers. Ze schrijven dat het toezicht op de regelgeving per 1 juli 2003 al is verbeterd. Of dat de voedselkwaliteit ten goede komt, zal de toekomst moeten leren.