De Wachter Sions: Huisgodsdienst is geen vroomheid kweken
In De Wachter Sions, blad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, schrijft ouderling D. van de Klieft uit Barneveld over huisgodsdienst. In de uitgave van deze week de eerste bijdrage.
„De vraag wordt weleens gehoord: „Waar haal ik die tijd vandaan?” We lijken geen tijd te hebben. We zijn druk. Maar bedenk dan het volgende: Hoeveel uur per dag werkt u? Sommigen bijna dag en nacht. En waarom? Om geld te verdienen, om wat extra luxe te hebben. Is dat het belangrijkste? Is een nieuwe auto belangrijker dan uw ziel, de ziel van uw vrouw of de ziel van uw kinderen (als u die mag hebben)? Werkt uw zelfs zaligheid met vreze en beven…
Vrouwen en moeders, hoeveel uur per dag bent u bezig met uw huis? Is dat altijd nodig? Wat bent u druk met uw tijdelijk huis! Bedenk: Want de mens gaat naar zijn eeuwig huis. Als dat gaat drukken op de ziel, maken we tijd voor geestelijke zaken.
Hoeveel uur per dag bent u bezig met eten koken en de maaltijden? U wilt voor uzelf en voor uw kinderen goed eten hebben. Sommigen zelfs zonder e-nummers, omdat dat schadelijk is. Zou u dan in geestelijke zin niet opletten, wat u doet en leest? En uw kinderen ver af houden van ’geestelijke e-nummers’, geestelijk gif? Werkt niet om de spijze die vergaat. De HEERE geve u geestelijke honger. Dan is er tijd!
Veel kerkmensen stellen elke dag de vraag: „Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken? Waarmee zullen we ons kleden?” De Heere Jezus zegt: „Want al deze dingen zoeken de heidenen! Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en alle andere dingen zullen u toegeworpen worden.”
Daarnaast hebt u uw verantwoordelijkheid voor uw gezin en uw beroep. Maar hoe vullen we het in? Met God of zonder God? Zonder wedergeboorte: zonder God.
Wat is het doel van uw leven, alleenstaande of echtpaar zonder kinderen? Wat is het doel van uw opvoeding, ouders van een gezin?
Johannes de Swaef (geboren 1594) schreef in zijn boek ”De geestelijke kwekerij”: „De christelijke opvoeding der kinderen is een opvoeding der kinderen uit het geloof, naar Gods Woord, strekkende tot Gods eer, tot algemeen welzijn van ons vaderland, en tot heil van Christus’ gemeente en tot heil der kinderen.” Matthew Henry schrijft: „Christelijke gezinnen zouden kleine gemeenten moeten zijn; of overal waar wij een huis hebben, zou God een kerk moeten hebben.”
Is huisgodsdienst iets nieuws? Nee. In het Oude Testament wijst de Heere door middel van Mozes het volk Israël erop: En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat (Deut. 6:7). En in het Nieuwe testament schrijft Paulus: En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren (Éfeze 6:4).
Ook in de Vroege Kerk hebben kerkvaders erop gewezen. Luther en Calvijn hebben erover geschreven. Tijdens de Nadere Reformatie hebben ds. Teelinck, ds. Koelman, Wittewrongel en De Swaef boeken laten verschijnen over de christelijke opvoeding en huisgodsdienst. En door de eeuwen heen is het in menig gezin als een verantwoordelijkheid gezien, ook toen er minder op gewezen werd.
Kweken we geen vroomheid? Nee, het is onze dure plicht. Als we het nalaten kweken we onkunde, onverschilligheid, lijdelijkheid, goddeloosheid.
Is het geen onmogelijke taak? Jazeker. Daarom hopen we, dat er biddende en worstelende alleenstaanden, echtparen, ouders en kinderen mogen zijn, die de nood voor zichzelf en hun naaste gevoelen. Mocht de huisgodsdienst gezegend worden voor u en uw gezin, tot een eeuwige zegen.”