„Kerk is daar waar het Woord wordt gepredikt”
„De kerk is daar waar het Woord wordt gepredikt”, benadrukte ds. J. Harteman dinsdagavond tijdens een ambtsdragersvergadering van de Gereformeerde Bond in Delft. „Afscheiding is alleen geoorloofd als niet meer naar het Woord gepredikt mag worden.”
Op dezelfde avond waren ook in vijf plaatsen elders in het land door het hoofdbestuur van de Bond georganiseerde regionale ambtsdragervergaderingen. In Zwolle, Veenendaal, Hardinxveld-Giessendam, Nieuwe Tonge, Veen en Rijssen zullen volgende week dinsdag bijeenkomsten zijn.
Thema van de avonden is ”Om een gereformeerde kerk”. Centraal staat de problematiek van Samen op Weg, nu de drie synodes waarschijnlijk op 12 december zullen stemmen voor kerkfusie. Het is voor het eerst sinds 1997 dat de Gereformeerde Bond de kerkelijke situatie op de agenda van de ambtsdragersvergadering plaatst.
Ds. Harteman riep in herinnering dat de Gereformeerde Bond in een reeks van jaren nee tegen de kerkorde heeft gezegd. „We blijven deze afwijzen. Synodeleden die Schrift en belijdenis liefhebben, zullen naar onze overtuiging niet anders kunnen dan tegen de vereniging stemmen.”
Centraal in zijn lezing stond echter de vraag hoe hervormd-gereformeerden zich moeten opstellen als de meerderheid van de synode haar weg vervolgt en de Protestantse Kerk in Nederland een feit zal zijn. „Moeten we afhaken of blijven we achter?”
Als uitgangspunt nam het GB-hoofdbestuurslid 1 Korinthe 3. Hoofdlijn hierin is dat de gemeente Gods tempel is. „Het is voluit bijbels om vast te houden dat God woont en werkt waar God Zijn gemeente samenvoegt rondom het Woord.” En: „Zolang het heilig en heerlijk Evangelie in haar midden klinkt, kunnen en mogen we niet weg.”
De predikant verwees naar de profeten van het Oude Testament, die niet aan afscheiding deden, en naar de Heere Jezus, „Die geen eigen synagoge of tempel stichtte, hoewel de situatie daar droevig was.”
Vanuit de kerkgeschiedenis vestigde hij de aandacht op Luther. „Rome deed hem in de ban. We mogen dan ook alleen de kerk verlaten als men ons eruit zet. We worden er dan uitgezet omdat we God meer gehoorzaam zijn dan mensen.”
Vragenderwijs stelde hij: „Is het onbijbels te geloven dat ook het SoW-proces de kerk van Christus niet stuk zal maken en dat we in het geloof, biddend om kracht en genade, onze plaats midden in de kerk kunnen innemen? Begrijpen we deze geloofshouding? Bij deze visie gaan we dus uit van de gedachte dat de kerk daar is waar de zuivere bediening van het Woord en de sacramenten plaatsheeft, met daaraan gekoppeld de tucht. Op grond van dit uitgangspunt hebben hervormd-gereformeerden de Afscheiding en Doleantie altijd afgewezen als voorbarig.”
De Hilversumse predikant is ervan overtuigd dat „we een nieuwe breuk in Christus’ kerk niet kunnen verantwoorden. Het veroorzaakt een breuklijn die dwars door gemeenten, families en vriendschappen loopt. De kerk opgeven, betekent scheuring.
Waarom kunnen we de kerk niet opgeven? De schuld van de kerk is onze schuld. We stappen niet eigenwillig uit een kerk omdat we van dezelfde lap zijn gescheurd. Laten we niet voor de schuld weglopen, maar in zak en as op de puinhopen van de kerk gaan zitten en de breuk van de kerk bewenen.”
Hierbij verwees hij naar Van der Groe, die in zijn tijd opriep op de puinhopen van de kerk de nood en schuld bij God te brengen.
Vanwege de verbondstrouw van de Heere mag de kerk niet worden losgelaten, vindt ds. Harteman. „Zolang God de kerk niet opgeeft en het Evangelie niet terugtrekt, breken we niet met de kerk en zijn we niet buiten, maar binnen de muren van de kerk gehoorzaam. Deze lijn is kenmerkend voor het beleid dat de Gereformeerde Bond heeft gevoerd. Wij geloven dat Zijn trouw niet ophoudt in de nieuw te vormen kerk. Hij zal Zijn volk ook hier dragen door de diepte heen. Ik geloof dat God degenen niet teleurstelt die op de trouw van het verbond en op de kracht van het Woord pleiten.”