Commentaar: monster van antisemitisme blijft gevaarlijk
De stad Brussel heeft zondag officieel erkend tijdens de Tweede Wereldoorlog te hebben meegeholpen bij de deportatie van Joden. Door het opstellen van Jodenregisters heeft het stadsbestuur het de nazi’s gemakkelijk gemaakt om de Joden op te sporen. In een herdenkingsplechtigheid heeft de burgemeester van Brussel spijt betuigd.
Nog niet zo lang geleden heeft de Franse regering hetzelfde gedaan voor de houding van de Vichyregering, die tijdens de oorlogsjaren een deel van Frankrijk bestuurde.
Terwijl overheden in Europa kennelijk nog lang niet het eigen oorlogsverleden hebben verwerkt en dus nog niet in het reine zijn gekomen met de foute handelingen van eigen instanties gedurende de bezettingsjaren, steekt het antisemitisme in Europa weer vrijmoedig de kop op.
Ongeveer tegelijkertijd met de herdenkingsbijeenkomst in Brussel vond er zondag ook een demonstratie plaats in Berlijn om solidariteit te betuigen met de Joden in de bondsrepubliek. Aanleiding was dat vier, vermoedelijk Arabische jongeren, dinsdag rabbijn Daniel Alter voor de ogen van zijn zevenjarige dochter aftuigden. Een van de daders voegde het kleine meisje bovendien toe: „Ik zal je ombrengen.”
Toen ruim een halve eeuw geleden de omvang van de Holocaust enigszins duidelijk was geworden, riep iedereen in Europa: „Dit nooit weer.” Antisemitisme zou voorgoed voorbij (moeten) zijn. De werkelijkheid is inmiddels dat het aantal antisemitische incidenten in de diverse Europese landen weer beduidend toeneemt. Dat heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de rector van het Joodse Abraham Geigercollege in de Duitse stad Potsdam zijn studenten adviseert op straat geen keppeltje meer te dragen. Op sommige basisscholen in Duitsland is ”vuile Jood” een gangbaar scheldwoord.
Tot op heden zijn dergelijke incidenten in ons eigen land nog een zeldzaamheid. Wel blijkt uit verschillende onderzoeken dat er onder de bevolking een verschuiving gaande is. Stonden Nederlanders een kwarteeuw geleden in het algemeen vierkant achter de Joden, inmiddels is er bij veruit het grootste deel van de bevolking sprake van een zekere lauwheid.
Voor een deel hangt de herleving van de Jodenhaat in Europa samen met de komst van buitenlanders. De Duitse Amadeu-Antonio-stichting, die studie maakt van het antisemitisme bij de oosterburen, wijst erop dat Arabische jongeren in Duitsland acties tegen de Joden zien als voortzetting van de strijd van Arabische landen tegen Israël. „Dagelijks bekijken ze via satellietontvangers programma’s van Arabische zenders die Israëliërs continue neerzetten als agressors.” Een illustratie hiervan is het bekogelen van een bus Joodse kinderen in Hamburg door Arabische jongeren, wat „een kopie was van acties van Palestijnse jongeren in het Midden-Oosten.”
Antisemitisme is wel de graadmeter genoemd van het niveau van beschaving. Dat alleen al zou Europese overheden krachtig moeten laten optreden tegen antisemitische acties. Komt nog bij dat het Westen vanwege de Shoah ook schuld heeft jegens de zonen en dochters van Abraham. Daar is men niet zomaar van af.