Angst bij Zweeds referendum over euro
Over vier dagen zal duidelijk zijn of Zweden toetreedt tot de euro. Dan wordt er een referendum gehouden waarin de bevolking zich over invoering van de Europese munteenheid kan uitspreken. De kans dat de voorstanders hun zin krijgen, lijkt klein. De tegenstanders zijn in de ban van de angst en die lijkt het hele referendum te gaan overheersen.
De afgelopen weken reisde de Zweedse premier Göran Persson stad en land af om zijn volk te winnen voor de euro. Maar de goede afloop waarop hij hoopt, staat bepaald nog niet vast. Opiniepeilingen laten zien dat de neestemmers waarschijnlijk aan het langste eind zullen trekken. Persson laat zich daar echter niet door uit het veld slaan. Hij wijst erop dat pas kort voor het referendum duidelijk zal zijn hoe de vlag erbij hangt, als alle Zweden hun standpunt hebben bepaald.
Zweden had al deel kunnen uitmaken van de eurozone als het referendum een jaar geleden zou zijn gehouden. Een meerderheid van de kiezers was toen voor. Inmiddels is de stemming geheel omgeslagen omdat het in de eurozone economisch niet goed gaat.
Vooral Duitsland roept een schrikbeeld op. Dat land bevindt zich momenteel in een recessie en kan de economie niet met een eigen monetair beleid oppeppen. Het geld- en rentebeleid wordt niet meer bepaald door de Bundesbank, maar door de Europese Centrale Bank. Bovendien zijn de eurolanden bij hun begroting met handen en voeten gebonden aan het zogeheten stabiliteitspact, dat een waardevaste euro moet garanderen.
Een ander punt dat angst inboezemt is de inflatie. In de eurozone hebben veel mensen de indruk dat de prijzen juist door de invoering van de euro omhoog zijn gegaan. Deze zogeheten euroflatie zou dus net zo goed in Zweden kunnen optreden, is de redenering. Ook speelt er nog zoiets als het historisch erfgoed. Zweden is altijd neutraal geweest en veel mensen menen dat die neutraliteit te grabbel wordt gegooid, ook al is het land al lid van de Europese Unie.
Charles Kalshoven, analist bij ABN Amro Bank en gespecialiseerd in de Zweedse economie, is niet onder de indruk van al die angstgevoelens. „Zwaar overdreven”, zegt hij. „Tegenstanders zijn bang dat de Zweedse welvaartsstaat met zijn hoge belastingen niet houdbaar is in de muntunie en dat de arbeidsmarkt flexibeler moet. Het gevolg daarvan zou zijn dat er op de banenmarkt meer onzekerheid ontstaat. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Bovendien kun je als regering geld opzij zetten als het economisch goed gaat, zodat je dat weer kunt uitgeven als het even tegenzit.”
Een ander voordeel van de euro is dat de rente omlaag kan gaan. De Zweedse kroon is in vergelijking met de euro een kleine jongen en leidt een solistisch en kwetsbaar bestaan. Voor het risico dat de munteenheid onderuitgaat (het valutarisico), verlangen beleggers een extra vergoeding. De rente is daardoor hoger. Verkopers van obligaties (de staat of een bedrijf) zijn nu ook in het nadeel omdat ze een hogere rentevergoeding moeten betalen.
Het handhaven van de kroon kan ook zijn weerslag hebben op de handel, zegt Kalshoven. „Bedrijven kunnen de onzekerheid met de wisselkoersen weliswaar afdekken, maar toch. Een onderneming als telecomfabrikant Ericsson heeft daar ook mee te maken en wil daarom in de eurozone stappen. Niet voor niets dreigt de directie van het concern weg te gaan uit Zweden als het land nee zegt tegen de euro.”
In tegenstelling tot wat veel Zweden denken, kan de euro volgens de analist goed uitpakken voor de werkgelegenheid. Als er nu sprake is van een financiële crisis gaat de rente in de regel omhoog en de koers van een valuta omlaag. „Dat maakt mensen huiverig om te investeren. Juist door over te stappen op een stabiele munt verbeter je je investeringsklimaat. Daardoor zou je meer banen kunnen scheppen.”
De geschiedenis leert bovendien dat beleggers in economisch onzekere tijden hun heil zoeken in valuta’s zoals de dollar. Voor kleinere munten kan zo’n situatie nadelig werken. „Tijdens de Mexicaanse pesocrisis in 1995 ontstond er onzekerheid op de Europese valutamarkten. Vooral de munten in het Middellandse-Zeegebied kwamen onder druk te staan ten opzichte van de Duitse mark en de gulden. Het aardige is dat zulke onzekerheid na 1999 (toen de euro zijn intrede deed) niet meer is voorgekomen, terwijl de wereld toch het een en ander voor zijn kiezen kreeg. Denk maar aan 11 september en de oorlogen in Irak en Afghanistan en niet te vergeten de boekhoudschandalen. Nu bleef het probleem met onzekere valuta’s uit, want de euro was er.”
De verdeeldheid in Zweden loopt dwars door het politieke spectrum heen. De sociaal-democratische partij van premier Persson is voor, de twee linkse coalitiepartijen zijn tegen. De christen-democratische oppositie, de Liberalen en de Gematigde Partij (allen oppositie) willen Zweden wel de eurozone in loodsen. Het bedrijfsleven is duidelijk voor de euro. Ericsson is bepaald geen uitzondering.
Behalve Zweden houden als enige andere EU-landen Groot-Brittannië en Denemarken vooralsnog vast aan hun eigen munteenheden. De Denen mochten zich drie jaar geleden uitspreken over toetreding tot de eurozone, maar zeiden toen nee. Groot-Brittannië maakte in juni bekend nog niet klaar te zijn voor de euro. Het lijkt erop dat Zweden de boot voorlopig ook zal afhouden. Een eventueel nieuw referendum zal in dat geval jaren op zich laten wachten.
voetnoot (u17(Dit is het tweede deel van een drieluik over het referendum in Zweden over de invoering van de euro. Donderdag deel drie.