Politie houdt verdachte kogelbrieven aan
De politie Rotterdam–Rijnmond heeft dinsdagochtend een 48–jarige Rotterdammer aangehouden die ze verdenkt van het versturen van 25 kogel– en ongeveer zestig andere dreigbrieven. De Rotterdammer heeft „globaal" bekend, aldus hoofdofficier van justitie H. van Brummen. De verdachte kan vier jaar cel krijgen voor de schriftelijke bedreigingen.
Politie en justitie zeggen het motief nog niet te weten. Bij huiszoeking in de woning van de verdachte trof de politie dinsdagochtend onder meer een typemachine aan met een kapotte letter R. Justitie meldde al snel dat ze dacht dat het om een verdachte ging, omdat in alle brieven de letter R handmatig was bijgewerkt.
Het onderzoek heeft ruim een jaar geduurd waarin de opsporingsdiensten ruim acht mensjaren hebben geïnvesteerd. De afgelopen zomer controleerden tien mensen elke avond acht– tot negenhonderd postzakken op de aanwezigheid van kogelbrieven. Ze maakten daarbij gebruik van de douanescan.
Sinds de moord op politicus Pim Fortuyn in mei 2002 ontvingen mensen uit de politiek, sportwereld en media een dreigbrief, vaak met een kogel er in. Het ging volgens de politie veelal om een jachtpatroon. Voetbaltrainer Frank Rijkaard (destijds Sparta) was de eerste die aangifte deed. Na hem volgden Mat Herben (LPF), premier Balkenende, de trainers, Bert van Marwijk (Feyenoord) en Guus Hiddink (PSV).
Politie en justitie in Rotterdam namen in augustus 2002 het onderzoek op zich, omdat ze aanwijzingen hadden dat de dader uit die regio moest komen. Afgaand op het taalgebruik in de brieven, zou de verdachte banden met Indonesië hebben. De nu aangehouden man woont alleen en heeft een Indische achtergrond.
De politie deelt de reeks bedreigingen in tweeën. De eerste reeks begon met de bedreiging van Rijkaard, de tweede golf startte in april 2003 met een dreigbrief naar officier van justitie Plooy, die de zaak tegen de moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der G. (Graaf) deed. Hij eiste namens justitie levenslang, maar Van der G. kreeg achttien jaar.
Van oktober 2002 tot 15 april 2003 was het stil. Korpschef A. Meijboom: „We weten niet precies waarom, maar vermoeden dat dit te maken heeft met het pleidooi van Plooy in de zaak Van der G. Er gingen meer brieven naar bekende Nederlanders, en de dreigingen werden anders, meer voorspelbaar."
Justitie sluit nagenoeg uit dat de Rotterdammer ook de politici Melkert (PvdA) en Rosenmöller (GroenLinks) bedreigde. Melkert ontving een doorgeladen pistool, Rosenmöller kreeg brieven waarin hij en zijn gezin werden bedreigd.