„In Openluchtmuseum Orientalis vinden drie godsdiensten elkaar”
Museumpark Orientalis –voorheen het Bijbels Openluchtmuseum– heeft zich herpakt. Geen platform voor alle religies is het nu, maar een openluchtmuseum voor de drie monotheïstische godsdiensten. Directeur Jan van Laarhoven: „We hebben niet eens boeddhistische of hindoeïstische objecten om tentoon te stellen.”
Jodendom, christendom en islam staan weer centraal in het park dat begin dit jaar onder leiding van Van Laarhoven –directeur van het park van 1988 tot 2000 en nu interim-directeur– een doorstart maakte. „De drie godsdiensten vinden elkaar”, stelt Van Laarhoven. „We gaan zeker niet alleen de islamitische kant op, dat doet geen recht aan de oorsprong van het park.” Vorig jaar opende prinses Máxima een moskee in het Arabische visserdorpje van het museum. Dit bouwwerk –kosten 3 miljoen euro– werd geschonken door het sultanaat Oman. „De moskee is een museumobject, geen gebedshuis”, maakt Van Laarhoven duidelijk. „Net als de synagoge hier is het bedoeld om bezoekers te tonen hoe zo’n gebouw er nu vanbinnen en vanbuiten uitziet.”
Paviljoen
Onlangs kreeg Orientalis van de ambassade van Israël te horen dat het paviljoen dat Israël momenteel op de Floriade in Venlo heeft staan, ter beschikking wordt gesteld aan het park. In het paviljoen Hidden Garden –verborgen tuin– zijn de zes soorten fruit en graan (en honing) verwerkt die in Deuteronomium 8:7-9 worden genoemd. „Het zijn de gewassen die de vruchtbaarheid van het land symboliseren: tarwe, gerst, wijnstokken, vijgenbomen, granaatappelbomen en olijven.” In mei 2013 zal het paviljoen er staan, vlak bij de woestijn met het tentenkamp.
De mulitreligieuze opzet waarmee in 2007 werd gestart, waarbij aandacht was voor alle godsdiensten en denkrichtingen, is sinds dit jaar verleden tijd. Was die aanpak de reden van het teruglopende bezoekersaantal in de voorbij jaren? Van Laarhoven: „Niet alleen. Het is een complex aan omstandigheden. Het museum was ook te sterk geïntellectualiseerd. De toon waarop de boodschap van het museum tot het publiek werd verwoord, sloeg niet aan. Het publiek zou in het park met zichzelf een discussie moeten aangaan over de multiculturele samenleving. Dat wil je niet als je een dagje uit gaat. En wat betreft dat multireligieuze: dat is veel te ver gezocht. We hebben niet eens boeddhistische of hindoeïstische objecten om tentoon te stellen.”
Begin dit jaar ging het roer daarom om. Onder leiding van Van Laarhoven. „We hebben vanaf begin februari onafgebroken gewerkt aan de nieuwe opstelling. En de onkosten moesten daarbij minimaal zijn, omdat we een doorstart maakten en daarom geen grote uitgaven konden doen.”
Lage drempel
En de bezoekers, zijn ze tevreden? „Het bezoek loopt goed, we zitten nu al op ruim 21.000 bezoekers, Eind dit jaar hopen we de 45.000 bezoekers te halen.” En de reacties van bezoekers zijn lovend, zegt Julia Siahaija, die de marketing en de communicatie sinds februari voor haar rekening neemt. „De gasten reageren positief op het verhaal dat we nu brengen.”
In de centrale tentoonstellingsruimte wordt in woord en beeld verteld over de drie monotheïstische godsdiensten. Een maquette van de stad Jeruzalem ten tijde van koning Salomo, met de tempel op het hoogste punt van de stad, veel geschriften en objecten zijn –voorzien van de nodige uitleg– overzichtelijk tentoongesteld. Als de bezoeker hier rondgekeken heeft, start de tour door het park, aan de achterkant van het centrale gebouw. „Moet je nagaan, een museum waar je kunt eten en drinken en waar de hond mee mag komen. Waar vind je dat?” lacht Van Laarhoven. „Een lagere drempel kun je eigenlijk niet hebben als museum”, voegt Siahaija eraan toe. „Wij hebben de bezoekers echt iets te vertellen over de wereld van de drie heilige boeken: de Thora, de Bijbel en de Koran.” Voor niet-gelovigen is deze kennis lastiger over te dragen dan voor gelovigen, stellen de rooms-katholieke Van Laarhoven en Siahaija, die eveneens een „christelijke achtergrond” heeft. Van Laarhoven: „Daarom werkt het in hun voordeel als bijvoorbeeld de rondleiders iets met het geloof hebben, zodat zij het hele verhaal van de drie monotheïstische godsdiensten kunnen vertellen. Anderzijds is het geen verplichting dat een gids gelovig is, ze krijgen hier namelijk ook een gedegen opleiding over het jodendom, het christendom en de islam.”
Kerststalletjes
Speciale aandacht heeft Julia Siahaija voor de individuele bezoeker. „We leiden groepen graag rond, maar ook voor individuele bezoekers is het leuk om hier naartoe te komen. Kijk eens hoe prachtig je hier kunt wandelen”, zegt ze, wandelend langs het meer van Galilea. Het replicameer natuurlijk, met aan de kust het Arabische vissersdorp.
In de Romeinse stad, iets verderop, staat een oudchristelijke kerkhuis. De kerkzaal is ingericht als stiltecentrum. „Hier kun je even op adem komen van alle indrukken. Ook dit is speciaal bedacht met het oog op bezoekers die alleen of met z’n tweeën komen.”
Vanuit reformatorische hoek is er altijd veel belangstelling geweest voor het openluchtmuseum. „Die belangstelling zie je nu weer op gang komen”, aldus Van Laarhoven. „We hebben direct na de opening al twee klassen van reformatorische basisscholen uit Barneveld op bezoek gehad”, voegt Siahaija eraan toe. „Dat vond ik erg leuk, want daar ben ik opgegroeid.”
De aandacht uit protestantse hoek voor het vanouds rooms-katholieke park dateert al van voor de Tweede Wereldoorlog, aldus Van Laarhoven. „Ook onder onze medewerkers hebben wij veel protestanten.” Lachend voegt hij eraan toe: „Rond Kerst verkopen wij de meeste kerststalletjes aan protestanten. Zij zijn er vaak helemaal weg van. En de rooms-katholieken hebben ze natuurlijk allang.”
Heilig Landstichting, ooit rooms-katholiek bolwerk
De Waalwijkse priester Arnold Suys stichtte in 1911 bij Nijmegen een devotiepark dat hét rooms-katholieke centrum van het land zou moeten worden: de Heilig Landstichting. Het park zou als pelgrimsoord moeten dienen voor gelovigen die niet in staat waren af te reizen naar het Heilige Land. Om de aanleg te kunnen bekostigen werd een deel van de grond verkocht en ingericht als dorp, het dorp Heilig Landstichting.
In het devotiepark werden gebouwen nagemaakt die te maken hadden met het leven van Jezus. Zo kwamen er een synagoge, een zittingszaal voor het sanhedrin en een Grieks huis. Daarnaast werd er een rooms-katholieke begraafplaats aangelegd, met een Calvarieberg –Golgotha– en een zogeheten hemelvaartskoepel, een prieel. Iets verderop verrees de Cenakelkerk. Kerk en begraafplaats kwamen in 1988 in een aparte stichting terecht en behoren momenteel niet meer tot het Museumpark Orientalis, zoals de Heilig Landstichting nu heet.
Voor de bouw van de verschillende objecten was Piet Gerrits (1878-1957) verantwoordelijk. Hij was ook de eerste directeur van het park, en ligt begraven op de begraafplaats in Heilig Landstichting, „een van de tien duurste begraafplaatsen van Nederland”, vertelt communicatiemedewerkster Julia Siahaija.
In 1968 werd besloten het park te moderniseren en meer aandacht te geven aan de joodse wortels van het christelijke geloof. De aandacht ging vanaf dat moment niet zozeer meer uit naar devotie en Evangelieverkondiging, maar meer naar de totale cultuur van de Bijbelse tijd. Daarbij veranderde de naam van het park in Bijbels Openluchtmuseum, een naam die het park tot 2007 zou dragen. Op dat moment werd het ”Orientalis”, verwijzend naar de Oriënt en naar het woord „oriëntatie”, omdat actuele vraagstukken uit de samenleving in het museum aan de orde zouden worden gesteld. Na moeilijke jaren waarin regelmatig sluiting dreigde, richt het museum zich nu op de drie monotheïstische godsdiensten, aldus interim-directeur Jan van Laarhoven. Tot half augustus heeft het park 21.000 bezoekers getrokken, 5000 meer dan verwacht.
Activiteiten
Museumpark Orientalis is tot en met 28 oktober geopend, met uitzondering van de maandagen. Op verschillende dagen in de week zijn er in het park figuranten aanwezig. „Dan waan je jezelf echt in de wereld van de Bijbel”, vertelt communicatiemedewerker Julia Siahaija. „Op verschillende plaatsen kunnen kinderen gratis broodjes bakken boven een vuurtje.” Op 29 september gaat het ”Historisch weekend” van start. Romeinengroep Gemina Project laat dan zien hoe Romeinse soldaten trainen, marcheren, koken en spelen. Zaterdag 20 oktober is het museum gratis toegankelijk.