Europa wil dat de APK-frequentie omhooggaat, dat meer soorten voertuigen verplicht moeten worden zo’n controle uit te laten voeren en dat er meer controles langs de weg worden gehouden. „De effecten van de plannen van de EU staan niet in verhouding tot de kosten. Er zijn betere manieren zijn om de verkeersveiligheid te verbeteren”, vindt Schultz, die een brief naar de Tweede Kamer heeft gestuurd over de kwestie.

Door de APK’s vaker uit te laten voeren nemen de kosten voor burgers met 65 miljoen euro toe; voor het bedrijfsleven gaat het volgens het ministerie om 25 miljoen euro. De administratieve lasten van de APK bedragen nu jaarlijks ongeveer 165 miljoen euro. Door de uitbreiding van de APK-verplichting zouden 650.000 aanhangwagens, 560.000 bromfietsen en 700.000 motorfietsen moeten worden gecontroleerd.

Volgens Schultz is het Nederlandse APK-systeem prima en hoeft dat niet te worden aangepast. In de Tweede Kamer werd eerder ook al niet enthousiast gereageerd op het Brusselse plan: onder meer VVD, CDA, PvdA en D66 lieten zich sceptisch uit. In Duitsland is het plan tevens niet in goede aarde gevallen.

Schultz is overigens wel blij met het voorstel van de commissie om landen elkaars keuringen te laten erkennen. Nu kan een Nederlandse auto al in Spanje worden gekeurd, dankzij afspraken tussen de twee landen. Europa wil met alle lidstaten zo’n soort afspraak maken.