Mirror Online berichtte op 15 augustus over de voorgenomen veiling in het Engelse Stockport van 100 Elvis-souvenirs uit de collectie van een fan, waaronder zijn Bijbel (foto), die Elvis Aaron Presley met Kerst 1957 van een oom en tante kreeg en waarin hij veel aantekeningen heeft gemaakt.

Enkele christelijke websites namen het bericht over en voegden opmerkingen toe over de houding van Elvis tegenover het geloof. De ouders van de latere liederlijk levende ”koning van de rock-’n-roll” waren lid van een pinksterkerk in de zuidelijke Amerikaanse staat Mississippi. De Chileense site NoticiaCristiana.com herinnert er aan dat Presley aanvankelijk grammofoonplaten vol gospel op zijn naam zette en dat hij zijn hele leven af en toe de gospelmuziek van zijn jeugd is blijven zingen. „Misschien deed hij dat om zijn geweten te stillen en de vrede terug te vinden die hij aanvankelijk kende.”

Het bericht verwijst naar Elvis’ halfbroer, David Stanley, die hem vaak in de Bijbel zag lezen. Een geliefkoosd citaat van hem was de tekst uit 2 Kor. 5:15, over de noodzaak om niet meer voor zichzelf maar voor Christus te leven. Dezelfde broer trof Elvis 35 jaar geleden stervend aan, terwijl hij geknield in bad zat. In zijn hand hield hij een esoterisch boek; zijn laatste woorden waren een gebed: „Wijs me toch een uitweg, o Heere God, ik ben moe en in de war. Ik heb U nodig!” aldus de ooggetuige.

In een bijdrage voor ProtestanteDigital benadrukt de Madrileense voorganger en kunstcriticus ds. José de Segovia dat Elvis nooit geheel los was van het christelijk geloof, dat zelfs als het ware geloof beschouwde, maar niet tot een breuk met zijn wereldse levenswijze kwam. Hij citeert Elvis’ vroegere predikant uit Memphis, die zegt dat Elvis als jongere deelnam aan het kerkelijk leven, maar „dat er te weinig blijken van een geestelijke ommekeer waren om hem te kunnen dopen en als lid van de gemeente aannemen.”

Het veilinghuis schat dat de Bijbel van Elvis Presley tussen de 20.000 en 22.000 pond zal opbrengen.