Kerk & religie

Prof. De Reuver: Aanvechting hoort bij gezond geloof

NIEUWE-TONGE – „Aanvechting is een verschijnsel dat het gezonde geloof begeleidt”, aldus prof. dr. A. de Reuver. Hij sprak donderdagavond in Nieuwe-Tonge over het thema ”Aangevochten geloof”.

Van een medewerker
31 August 2012 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 22:55
Dr. De Reuver. Foto RD, Sjaak Verboom
Dr. De Reuver. Foto RD, Sjaak Verboom

De emeritus hoogleraar sprak op een toerustingsavond van de afdeling Goeree-Overflakkee van de Gereformeerde Bond. Voor de circa honderd aanwezigen noemde hij aanvechting een gestalte van het geloof. „Impliceert het geloof dan strijd? Ja, inderdaad. Het geloof kent strijd, vrees, wankelmoedigheid. Dat komt doordat het geloof wel een vaste grond is, zegt Hebreeën 11, maar van dingen die men hóópt. En dat het wel een bewijs is, maar van zaken die men niet zíét.”

Prof. De Reuver legde uit dat aanvechting in het Oude Testament veelvuldig aan de orde is. „Waarom vergeet gij mij?” kreunt een psalmdichter. En dan weer: „Ik zal Hem nog loven.” Ook in het Nieuwe Testament ziet prof. De Reuver de aanvechting naar voren komen. „De gang van een christenmens verloopt niet gestroomlijnd, maar met vallen en opstaan. Tegen de stroom in. Typerend voor die spanning is het woord van de Heere Jezus: „In Mij hebt u vrede, in de wereld verdrukking.””

Geloof en aanvechting horen daarom bijeen als „zijde en keerzijde.” De aanvechting is geen „incidenteel ziekteverschijnsel of een onvolwassen stadium van het geloofsleven”, aldus prof. De Reuver, maar een „gebeuren dat het gezonde geloof begeleidt.”

Aanvechting typeert prof. De Reuver als beproeving van het geloof. „Genade is me pas genoeg als mijn eigen kracht gebroken wordt. Het is een heilzame doorn in het vlees. De aanvechting houdt ons kort en klein. Kort bij de genade, en klein in onszelf.”

Om de aard van de aanvechting te typeren, verwees de emeritus hoogleraar naar wat Calvijn zegt over Abraham: „Toen Abraham zijn zoon moest offeren, betekende dat zoveel als een dodelijke aanslag op zijn geloof en op heel zijn hoop op het heil. Het scheen wel of God met hem spotte. Izak was immers niet maar zijn enige erfgenaam, maar de drager van de heilsbelofte voor heel de wereld! Leek het niet alsof God met Zichzelf in tegenspraak was?” Calvijn, aldus dr. De Reuver, legt hier de vinger bij iets wat kenmerkend is voor de aanvechting van het geloof: de botsing tussen het geloof en het redenerend verstand.

Ook de vraag wie de aanvechting bewerkt, kwam aan de orde. Prof. De Reuver verwees naar de 19e-eeuwse theoloog Kohlbrugge, die enerzijds de duivel aanwijst als de auteur van de aanvechting. „Zijn tactiek is veelvormig. Soms stelt hij een mens in staat van beschuldiging door hem op zijn feilen te fixeren. Hij kan het ook over een heel andere boeg gooien. Geraffineerd weet hij de zwakste plekken op te sporen. Dat gaat dan zo: „Als jij nu een kind van God bent, hoe kan het dan dat je stenen krijgt in plaats van brood? Waar komt heel die massa ellende vandaan? Je hebt het voortdurend over verwachting, maar er komt niets!” Deze duivels argumentatie schijnt onweerlegbaar.”

Anderzijds houdt in de visie van Kohlbrugge God de regie in handen in die zin dat Hij het kwaad gebruikt: „Terwijl de duivel het geloof wil slopen, wil God het slijpen. De weg van de aanvechting is door niemand minder bepaald dan door de Heere zelf.”

In aansluiting bij Luther noemt prof. De Reuver de aanvechting een leerschool. „Aanvechting leert op het Woord acht te slaan. Dan hoor je de woorden van God niet als een belangstellende, maar als een belanghebbende. Je hebt er belang bij, een eeuwig belang.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer